Dhr. G.L. Krielen - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. G.L. Krielen

Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Beesd
Achternaam: Krielen
Voornamen: Gerardus Lambertus
Voorletters: G.L.
Rang: Sld.Inf.
Mil. onderdeel: KNIL.
Geboorteplaats: Beesd
Geboortedatum: 30-09-1920
Overlijdensplaats: Arrowhill,   Thailand
Overlijdensdatum: 14-12-1944
Categorieën: Militair,   Krijgsgevangene Japan, Birmaspoorweg
Begraafplaats: Kanchanaburi War   Cemetery
Gemeente: Kanchanaburi
Land: Thailand
Vak: 5
Rij: F
Nummer: 71

Bron foto graf: OGS
 
Gerard was de zoon van fruitteler Arnoldus Josephus "Aart" Krielen uit Beesd en Hendrika Christina Mulders uit Wisch. Ze kregen samen de volgende kinderen: Lambertus Gerardus (*1919), Gerardus Lambertus (*1920-1944), Margaretha Maria (*1921), Jacobus Gerardus (*1924), Johannes Henricus (*1925), Elisabeth Wilhelmina (*1926), Lambertus Gerardus (1927), Henricus Anthonius (*1928), Theodorus Arnoldus (*1930), Arnolda Wilhelmina (*1931), Hendrika Christina (*1933), Maria Anna (*1934), Anna Arnolda (*1936). Dit gezin woonde aan de Havendijk 12 (Huis 't Slot) te Beesd.

Gerard (bron foto onbekend)

De 1.84 mt. lange Gerard wilde als schooljongen al graag piloot worden, maar werd daarvoor afgekeurd vanwege zijn slechte ogen. Ze vertelden hem dat er eventueel wel een mogelijkheid zou zijn vliegbrevet in het toenmalige Nederlands-Indië te halen. Hierop meldde hij zich in oktober 1939 aan bij het K.N.I.L. Hij werd als gewoon dienstplichtige van de lichting van het jaar 1940 uit de gemeente Beesd ingelijfd bij het 17e Regt. Infanterie. Op 20 november 1939 werd hij als soldaat hiervan 'overgenomen' en tekende hij voor vijf jaar. Op 7 februari 1940 was hij geschikt voor uitzending naar Nederlands-Indië en op 21 februari 1940 ging hij op weg met de m.s. Chr. Huijgens.
 
Hij werd als chauffeur ingedeeld bij de 2e Infanterie Brigade in Chimahi, nabij Bandung. Hij haalde in zijn vrije tijd inderdaad zijn brevet en heeft er veel gevlogen met zijn dienstkameraad Tonny.
 
Op 7 december 1941 bombardeerden de Japanners Pearl Harbor. 's Morgens om halfzeven hield de gouverneur-generaal een toespraak op de radio waarin het dit vertelde. Dit had tot gevolg dat behalve de U.S.A. en Engeland ook Nederland en dus ook Nederlands-Indië in oorlog waren met Japan. In Azië waren het de Japanners, die vanaf januari 1942 hun aanval richtten op Nederlands- Indië. De verdediging van Indië steunde vooral op de Koninklijke Marine en het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Het KNIL beschikte over 68.000 grotendeels inheemse militairen; de hulpformaties bestonden uit 53.000 man.
 
Na de verloren zeeslag op de Javazee op 27-28 februari 1942 moesten de strijdkrachten op 8 maart capituleren en moesten alle militairen in de kazerne afwachten wat de Japanners zouden beslissen. Twee dagen later moesten zij hun geweren inleveren en mochten ze de kazerne niet meer uit. Zij waren krijgsgevangenen. De Japanners hadden hiervoor geen begrip. Zij vonden het heel vreemd, soldaten werden geacht zich dood te vechten, overgeven hoorde niet. De Nederlandse soldaten werden dus met de grootste minachting door ze behandeld. Er was een Conventie van Genève over de behandeling van krijgsgevangenen, maar die had Japan nooit ondertekend. Op de dag van de capitulatie verschenen de Javanen in feeststemming in hun beste kleren op straat. De Japanners hadden als leus: "Azië voor de Aziaten".
 
De eerste drie maanden gevangenschap verbleven de militairen in hun eigen kazerne. Het regime was in het begin niet erg streng. 's Middags mochten vrouwen en kinderen van de gevangenen hen bezoeken. Je mocht ook brieven meegeven. Al snel werden de bezoekuren korter en minder frequent en na ongeveer een maand werden ze helemaal afgeschaft. Brieven versturen werd toen veel lastiger. Het kon alleen nog maar via het corvee dat dagelijks de stad in moest om voorraad voor de keuken te halen. Brieven versturen was verboden en als er iemand betrapt werd, volgde er een afranseling.
 
Zie ook documentaire De Bezetting, vanaf ong. 19 minuten informatie over de Birmaspoorweg.
Klik hier voor kort filmpje uit de serie De Bezetting over deze beruchte spoorweg
Klik hier voor een uitgebreide getuigenverslag van  Dick van Zoonen


Het is nog niet bekend op welke wijze Gerard bij het KNIL terecht is gekomen. Gerard werd op 8 maart 1942 (17 3 - 8) door de Japanners geïnterneerd en enkele maanden later overgebracht naar Birma, waar hij in eerste instantie met veel landgenoten aan de beruchte Birmaspoorweg moest werken. Dit was de spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de 'Dodenspoorweg'.
De spoorweg was gereed in december 1943. Vanaf dat moment bestonden de werkzaamheden uit onderhoud en het repareren van de schade die door geallieerde bommenwerpers werd toegebracht. Omdat de werkkampen vaak ingericht waren naast vitale punten van de spoorweg, vielen tijdens een bombardement vaak ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders. De Japanse leiding gaf echter geen toestemming de kampen te markeren.
In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven: In Thailand en Myanmar (het vroegere Birma) liggen de slachtoffers van de Birmaspoorweg begraven op een drietal erevelden, te weten in Thailand het ereveld Kanchanaburi (1896 Nederlandse oorlogsgraven) en het ereveld Chunkai (313 Nederlandse oorlogsgraven) en in Myanmar het ereveld Thanbyuzayat (621 Nederlandse oorlogsgraven).
 
Gerard werd op 7 december 1944 ziek en overleed een week later aan o.a. de gevolgen van malaria in Camp Arrow Hill, op 108 km van het beginpunt van de Birmaspoorweg.
 


Japanse Kampregistratiekaart (Bron: Nationaal Archief )

 
Surname Krielen (クーリロン)
 
Given names Gerardus Lambertus (キテルヌス ロンベルルトス)
 
Date of birth 1920-09-30
 
Nationality Netherlands (蘭)
 
Rank (現役 砲兵 二等兵)
 
Stamboeknr 96389
 
Place of capture バンドン チマヒ
 
Date of capture 17/03/08; 1942/03/08
 
Occupation n/a (n/a)
 
Place of origin (n/a)
 
Destination report (n/a)
 
Remarks Pers:85258
 
Camp and transfer date 1 爪哇 17/08/15; Java POW Camp 1942/08/15
 
Camp and transfer date 2 泰; Thai POW Camp
 
Camp Branch Name and Reg No. 1 爪I (ジャワ俘虜収容所第1分所) 19786; No.1 Branch Camp of Java POW Camp 19786
 
Camp Branch Name and Reg No. 2 泰IV (タイ俘虜収容所第4分所) 12502; No.4 Branch Camp of Thai POW Camp 12502
 
Camp Branch Name and Reg No. 3 泰I (タイ俘虜収容所第1分所) 26388; No.1 Branch Camp of Thai POW Camp 26388
 
Camp Branch Name and Reg No. 4 泰II (タイ俘虜収容所第2分所) 12502; No.2 Branch Camp of Thai POW Camp 12502
 
Other info 1 Transferred to No.6 Branch Camp of Thai POW Camp on (no date), 1943;
Died of Malaria at 16:00 on 14 December 1944 (Burial);
Died on 14 December (JA.93 P.23);
Fell ill on 7 December 1944;
Place of death: Terasawa Unit, Aruhiru village, Kanchanaburi county, Kanchanaburi prefecture, Thailand;
Disposal of remains: Burial. Buried in Aruhiru cemetery (VA39);
(昭和18年 月 日 泰俘虜収容所第6分所へ移管す;
昭19.12.14 マラリヤにて死亡す (土) 16時;
昭和19年12月14日 死亡 (JA.93 P.23);
昭和19年12月7日 発病;
死亡場所: 泰国カンチャナブリー県カンチャナブリー郡アルヒル村 寺澤隊内;
死体処理: 土葬 アルヒル墓地に埋葬 (VA39);

 
Terug naar de inhoud