Asch- R.G. McDonell - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Asch- R.G. McDonell

Gemeente Buren > Gesn. geallieerde militairen > Gesn. Amerikanen
Crash Mustang P-51 in Asch op 5 april 1945


Het ouderlijk huis van Jerry aan de Northeast Ave te High Springs in Florida


Links Mary Beth, naast Trevor
 
Robert Gerald ("Jerry") McDonnell werd geboren op 31 mei 1923 in High Springs in Florida. Hij studeerde af op High Springs High School in 1941 en ging toen naar de University of Florida. Hij werd echter  in februari 1943 opgeroepen voor militaire dienst.
De ouders van Jerry waren Harry Gibbons McDonell en Emily Lucinda Dunagan en zij kregen de volgende kinderen:
  • Edna Joyce (1909-1959), trouwde met  Lloyd Russel Bullen
  • ds. Harry Gibbons McDonell (1911-1983)
  • ds. Charles Durward (1916-1996), trouwde met Laura Wood Sale
  • Roger Wiliam McDonell (1920-2010), kapitein in het Amerikaans leger.
  • Robert Gerald (1923 -1945)
  • Warren Stone McDonell (1925-2002)
  • Mary Beth McDonell

De McDonells woonden op 120 Northeast First Avenue in High Springs. Het paarse huis staat nog steeds naast de High Springs Community Theater. Jerry liep vanaf daar naar High Springs High School, waar hij afstudeerde als salutatorian in 1941. Tijdens de middelbare school werd hij eens uitgeroepen tot Koning Mei op een lente festival dat werd gehouden in de Sinkhole (vert. afvoerputje) dat nu het High Springs Community Center wordt genoemd. Betty Chester, zijn klasgenoot, was zijn koningin.
Luell Everett uit High Springs, een van Jerry ‘s klasgenoten, herinnerde zich dat meisjes op school veel over hem praatten. Ze zei dat ze zich zijn vriendin Margie Franken herinnerde, die hij vaak achterop de bagagedrager van zijn felle rode fiets had meegenomen door High Springs, in de tijd dat de stad niet meer was dan een paar historische gebouwen aan Main Street.
Hij maakte ook afspraakjes in Gainesville, als hij tenminste de sleutels kon krijgen van de zwarte Chevrolet van zijn moeder, Emma Lou McDonell.
In de weekenden als hij niet uitging met zijn vriendin, was Jerry op de Santa Fe rivier te vinden. Vaak kampeerde hij dan enkele nachten met zijn vrienden op de oevers om stroomopwaarts te roeien.
Zijn zus Mary Beth herinnert zich een nog de nacht, dat ze wakker werd van haar moeders geschreeuw in de badkamer. Jerry en zijn vrienden waren teruggekomen van een van hun boottochten en hadden een meterlange alligator gevangen. Ze besloten de badkuip van de familie te gebruiken als tijdelijk onderkomen voor het beest.



   
Jerry maakte deel uit van 355 Fighter Group  / 354 Fighter Sqdr., de zogenaamde Bulldogs.


Mustang P-51D uit hetzelfde sqdn.

In de periode 1943-1945  was de thuisbasis van dit squadron het RAF-vliegveld te Steeple Morden, 5 km. ten westen van Royston in Cambridgeshire. Op 6 juli 1944 kwam de 355 Fighter Group hier aan.
De eerste commandant van de FG 355 was Lt. Col. William J. Cummings. Onder zijn leiding was de 355th  de thuisbasis van 354, 357 en 358 Fighter Squadrons, respectievelijk met de namen  Bulldogs, Dragons en Angels. Aanvankelijk vloog de 355th met P-47 Thunderbolts maar later met de P-51 Mustangs. Steeple Morden was ook de thuisbasis van de tweede Scouting force. Deze groep van zeer dappere piloten vloog voor de bommenwerpers uit en gaven via de radio hun informatie door over vijandelijke vliegtuigposities. Hierdoor werden de levens gered van duizenden bommenwerperbemanningen.
De FG 355 werden veelvuldig geprezen voor hun buitengewone heldhaftigheid en uitstekende prestaties. Zij hadden ook de meeste vijandelijke vliegtuigen vernietigd  aan de grond van alle squadrons, vandaar hun bijnaam "Steeple Morden Strafers". De Unit was ook betrokken bij acties op D-dag  In juli 1945 vertrok de FG 355  naar Gablingen, Duitsland, waar ze onderdeel uitmaakte van de bezettingsmacht.
Na het vertrek van de FG 355 werd het vliegveld overgenomen door de 4e Fighter Group, die bleven tot november 1945, toen werd het weer aan de RAF teruggegeven. Het vliegveld werd in september 1946 gesloten en werd weer aangeboden aan de oorspronkelijke eigenaars, George Jarman, George Smyth en Bert Parrish.
Sinds 1981 staat er op het vml. vliegveld een indrukwekkend monument.
  
355TH FIGHTER GROUP
AND
SUPPORT UNITS
U S A A F
8TH AIR FORCE
ACTIVATED ORLANDO FL 12 NOV 42
ARRIVED UK 6 JUL 43
FIRST COMBAT MISSION 14 SEP 43
LAST COMBAT MISSION 25 APR 45
OVER 1500 E/A DAMAGED-DESTROYED
DISTINGUISHED UNIT CITATION 5 APR 44
OVER 2000 AMERICAN AIRMEN SERVED HERE
DEDICATED 12 MAY 1981'

Bron: www.steeplemorden.com
De 21-jarige Amerikaanse Luitenant McDonell (identiteitsplaatje O-2057652 T 43-44-AM) vloog op donderdag 5 april 1945 met een van de vier P- 51s van de 355e Fighter Group van het 354e Fighter Squadron vanaf het Steeple Morden vliegveld in Engeland. De Fighter Group escorteerde twee B -24 bommenwerpers naar Eger in het vml. Tsjecho-Slowakije, nabij de Duitse grens. Op de terugweg van deze dertiende missie van hem kreeg hij motorproblemen en landde met zijn Mustang jachtvliegtuig P-51-K (typenr. 44-11759) met de bijnaam My Baby Doll, op de Nistelrodense landingsbaan B-88 in de buurt van het Noord-Brabantse Heesch, om te tanken en steeg even later weer op. Om 14.40 uur kwam hij boven Buren weer in problemen. Hij probeerde in de ochtendmist een noodlanding te maken in weiland Den Dries in Asch, schuin tegenover café De Strooppot, tegenwoordig restaurant De Kletskop. In zijn duikvlucht raakte het toestel eerst enkele toppen van fruitbomen in de boomgaard van de familie Van Alphen en kwam vervolgens tijdens de landing, na enkele tientallen meters over het weiland te zijn geschoven, met zijn landingsgestel in een wetering terecht en sloeg over de kop. Het vliegtuig viel in tientallen kleine stukken uiteen. Jerry werd daarbij ook uit het toestel geslingerd en was op slag dood.
Klik hier voor een beschrijving van een collega van Jerry over het gebeurde.
De 90-jarige Adriaan van Hattem: “Ik was op weg naar mijn vriendin toen ik dat vliegtuig boven het weiland zag aankomen. De motor maakte een haperend geluid en voordat ik het in de gaten had, boorde het zich met een enorme klap in die wetering. Over tientallen meters vlogen de brokstukken door de lucht. De piloot lag wel 50 meter van het toestel vandaan. Na de crash werd het terrein werd vrijwel meteen afgegrendeld door tientallen toegesnelde en bewapende Duitse militairen en SS’ers, die in enkele grote boerderijen in de buurt waren ondergebracht.“



Een tijdlang was de plek des onheils onveilig als gevolg van ontploffende munitie. Diezelfde middag heeft E.H.B.O-er en Rode Kruis-medewerker dhr. Van Alphen, op verzoek van de Duitse commandant Phillippi, de delen van het stoffelijk overschot verzameld in een kist en overgebracht naar de Breedendamlaan in Beusichem. Toen vervolgens de Duitse bewaking werd opgeheven, zagen verschillende kinderen uit Asch e.o kans om op souvenirsjacht te gaan. Een van de kinderen bemachtigde een van de boordkanonnen en begroef 'm in zijn achtertuin. Het deed daarna jarenlang dienst als breekijzer op een boerderij. Een ander nam een gedeelte van een van de boordkanonnen mee naar huis en bewaarde het 65 jaar lang in zijn schuur. Deze inwoner uit IJzendoorn schonk het in mei 2010 aan de webmaster. Een ander gewild object was het plexiglas van de cockpit. Dat werd gebruikt als brandglas, maar ook om er armbanden van te maken. Dhr. Van Mourik uit Beusichem maakte onderstaande slangenarmband van het cockpitglas van Jerry's vliegtuig.
Een tijdlang heeft er nog een stuk van de vleugel bij de plaats van de crash gestaan. Hierop stonden vier hakenkruisen geschilderd, die er op duidden dat er met dit toestel vier Duitse toestellen waren neergehaald. Of Jerry hiervoor in zijn eentje verantwoordelijk voor was, is niet duidelijk.


Deel van het boordkanon     
          

Armband van plexiglas cockpit

Jerry werd een dag later begraven op de Algemene Begraafplaats in Buren, naast de zeven graven van de crew van een Engels vliegtuig, dat in juni 1944 nabij de Hennisdijk neerstortte.   
Dhr. G.A. van Steenis, gemeenteklerk op het stadhuis te Buren en woonachtig in Erichem, ontfermde zich na de oorlog over het lot van Jerry en nam contact op met familie van hem in High Springs te Florida. Een uitgebreide briefwisseling volgde. De heer Van Steenis heeft, met medewerking van de gemeente Buren, zich ook met succes ingezet om een tulp naar R.G. McDonell te laten vernoemen. Deze werd opgenomen in de befaamde "Classified list of Tulip names".

Op 11 maart 1946 werd Jerry McDonell op het Amerikaanse oorlogskerkhof te Neuville en Condroz in België herbegraven onder auspiciën van de Commanding OfficirSecond Field Headquarters, American Graves Registration Command, A.P.O.562, U.S. Army.
Begin september 1946 werden de stoffelijke resten op verzoek van de familie van Jerry per schip naar de VS overgebracht. Zijn oudere broer Roger, die tijdens de oorlog ook piloot in Birma was, had het voorrecht de stoffelijke resten van zijn broer vanaf New York per trein naar High Springs Cemetery in High Springs te Florida te brengen.
Op 6 september om 18.30 uur waren alle inwoners van het kleine dorpje bij de plechtige dienst aanwezig. De dominee las een gebed voor dat Jerry tot op de dag van de crash altijd bij zich droeg: "I said to the man who stood at the gate of the years, ‘Give me light that I may safely tread into the unknown." And he replied, ‘Go out into the darkness and put your hand into the hand of God. That shall be to you better than any unknown way.'"
Vervolgens zong het koor Jerry's favoriete hymne Crossing the bar. Na afloop van de ceremonie nam Roger de vlag van zijn broers kist, vouwde hem op eervolle wijze op en overhandigde, volgens Amerikaans gebruik, de Amerikaanse vlag aan zijn moeder. In een plaatselijke krant werd van deze ceremonie melding gemaakt.

Zover bekend heeft Jerry McDonell de volgende medailles en decoraties gekregen:
               

Air Medal                              Purple Heart                         Victory Medal

Bovendien nog:
Army Good Conduct Medal
American Campaign Medal
European Campaign Medal




In augustus 2010 heeft de webmaster van de eigenaar dhr. Van Mourik van restaurant De Kletskop (vml. Strooppot) permissie gekregen om een plaquette ter nagedachtenis aan Jerry McDonell te bevestigen aan de muur van zijn restaurant. Op 2 april 2011 is deze plaquette door een ooggetuige van destijds, Beusichemmer Meijns van Dijk, onthuld. Tijdens deze korte plechtigheid  klonk Jerry's favoriete hymne Crossing the bar.
  

Richard van de Velde en rechts Meijns van Dijk

Terug naar de inhoud