Dhr. P. Kielen uit Hellouw - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. P. Kielen uit Hellouw

Gemeente West Betuwe > Buiten de slachtofferslijst
Achternaam: Kielen
Voornamen: Pieter
Voorletters: P
Beroep: schipper
Geboorteplaats: Hellouw
Geboortedatum: 04-11-1900
Overlijdensplaats: Duisburg
Overlijdensdatum: 31-08-1942
Begraafplaats: Ostackerfriedhof
Gemeente: Duisburg
Land: Duitsland
Vak:
Rij: 22
Nummer: 109
De ouders van Pieter waren de uit 's Gravenmoer afkomstige schipper Willem Kielen (1862-1949) en Adriana Melsen (1865-1912). Zij trouwden op 23 juli 1886 in ‘s Gravenmoer en kregen de volgende kinderen:
       
  • Wouterina (1886- Rotterdam 1984), trouwde in 1918 in 's Gravenmoer met Gerard Reinier Brouwer (1885-1933)    
  • Cornelis (1887-1975) trouwde in 1927 in Rotterdam met Janna Gillesina Wakkee
  • Jacoba (1890- Heelsum 1976) trouwde in 1930 in 's Gravenmoer met Pieter Zegers (1887-1970)
  • Cornelia (1892-1976)
  • Adriaan (1894-1991) trouwde in 1922 in Amsterdam met Annigje Ruijsenberg
  • Antonia (1898-1905)
  • Pieter (1900-1942), schipper,
  • Willem (1902-1999)
    , schipper,
    trouwde in 1938 in Rotterdam met Wouterina Adriana de Jongh
  • Antonia (1906-2001) trouwde met Hermanus Rosenbrand (1903-1975)
  • Bertus (1907- Geleen 1998) trouwde in 1940 met Baukje Visser (1912-1995)


Bron: Prov. Zeeuwse Courant  7 maart 1970  Bron: info@online-familieberichten.nl


Dit is één van de twee plaatsen waar schepen in Helllouw konden aanleggen (Bron: M. van Mourik)


Gezicht op de Waal bij Hellouw (Bron: M. van Mourik)

Het vermoeden bestaat dat Pieter aan boord van zijn ouders schip in Hellouw is geboren en is aangeven in Haaften.  
Pieter was schipper van beroep werkte voor Rijnvaartrederij Damco uit Rotterdam. Volgens bevolkingsgegevens verhuisde hij op 15 december 1930 naar het Duitse Mainz am Rhein
Pieter was één van de twee knechten die op 24 juni 1935 werkte op een vrachtschip. De andere knecht was een Duitse jongen, die actief was voor de Communistische partij. Hij had aan bord pamfletten en lectuur van die partij. Bij de Duitse grens vond een controle plaats en beide jongens werden door de grenspolitie aangehouden voor het in bezit hebben van Staatvijandelijke papieren.  Er volgde op 22 juli 1935 een rechtzaak en daarbij schoof de Duitse jongen alle schuld in de schoenen van de onschuldige Pieter. Die werd wegens Hoogverraad tot drie jaar tuchthuis veroordeeld. Hij kwam in Remscheid-Lüttringhausen terecht. In augustus 1935 werd hij overgeplaatst naar Strafgefangenenlager II Aschendorfermoor, bij Papenburg net over de grens bij Oost-Groningen.
Kamp Aschendorfermoor werd in 1935 op last van het ministerie van Justitie als gevangenkamp voor 1.000 mensen aangelegd. De gevangenen kwamen uit het hele Duitse rijk en waren meestal veroordeeld tot gevangenisstraffen. De gevangenen werden ingezet in de turfindustrie, om land in cultuur te brengen en voor het aanleggen van wegen en afwateringskanalen. Vaak  zware arbeid onder mensonterende omstandigheden. De gevangenen werden ook ingezet om in de omgeving Aschendorfermoor een wandelpark voor de  bewakers en hun familieleden aan te leggen. Naast lang en hard werk en slechte zorg moesten ze fysiek en mentaal misbruik van de SA-wachten doorstaan.
Van juli 1937 tot mei 1940 werden alle politieke gevangenen uit de Emsland kampen in kamp Aschendorfermoor samengebracht. In die jaren werd  de capaciteit vergroot tot ca. 2.200 gevangenen.  
Twee broers van Pieter hebben hem daar nog bezocht en mochten 20 minuten met hem praten. Pieter was in een erbarmelijke staat en vertelde hen welke verschrikkelijk dingen hij daar al had meegemaakt, zoals op commando bijna naakt over rollen prikkeldraad klimmen.

Zijn ervaringen sluiten aan bij het boek van Pieter Albers: Speurtocht naar de Emslandkampen. Vijftien verschrikkelijke kampen, net over de grens ...

,,Het gesar, het geweld van de bewakers: het was verschrikkelijk. Het begon bij de aankomst in het kamp. We moesten in looppas, rennen, je laten vallen, opstaan, je laten vallen, opstaan, je naar links in de modder laten vallen, opstaan, je naar rechts in de modder laten vallen. Gaat het volgens de bewakers te langzaam, dan trappen ze je of slaan met hun geweer. Aan de slachtoffers is geen droog draadje of plekje meer te vinden. Velen braken..."

Toen Pieter in maart 1938 weer vrijkwam, was er de restrictie dat hij nooit meer in Duitsland mocht komen.
Pieter was een wrak en had over zijn hele lichaam littekens. In Nederland aangekomen kwam hij weer als schippersknecht in dienst van oom Willem. Ondanks het verbod ging hij in augustus 1942 toch weer mee op een vaart naar Würzburg. In Duisburg kreeg hij last van een hernia en werd daar opgenomen in het Haniels ziekenhuis. Toen oom Willem hem daar wilde opzoeken, bleek hij op 31 augustus 1942 al te zijn overleden. Hij mocht hem toen wel op 3 september begraven op het plaatselijke
Ostackerfriedhof in Hamborn, een wijk in Duisburg.
Vreemd genoeg stond op de dag van zijn overlijden de SD ook weer bij het schip van oom Willem om Pieter weer op te pakken. Tevergeefs, want enkele uren later overleed hij al in het ziekenhuis.
   
Met dank voor informatie aan Wikipedia en van Hilbrand, Willem en Jakobus Kielen.                      
        
Terug naar de inhoud