Dhr. H.G. Meijdam uit Asperen - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. H.G. Meijdam uit Asperen

Gemeente West Betuwe > Gesn. Indiëgangers
Achternaam: Meijdam
Voornamen: Hendrikus Gerrit (roepnaam Gerrit)
Voorletters: H.G.
Beroep: sergeant 413 bat. infanterie
Geboorteplaats: Asperen
Geboortedatum: 18-02-1927
Overlijdensplaats: Garoet
Overlijdensdatum: 14-01-1950
Begraafplaats: Ereveld Pandu
Gemeente: Bandung
Land:
Indonesië
Vak:II
Rij: 76

Bron graf: OGS
Zijn ouders waren de uit Asperen afkomstige Teunis Meijdam (1892-1958) en Hendrika van Berk (1897-1971). Zij trouwden op 22 april 1922 in Overschie.
Zij kregen de volgende kinderen:

Florus Meijdam (1923 - 2003), trouwde met J. Kentie en werkte bij Huis van bewaring in Scheveningen
Jennes Meijdam (1925 - 2011) getrouwd met A. Blom en woonde in Leerdam
Pieter Meijdam (1929 - 2011), getrouwd met L. Richter en woonde in Eelde
Johanna Wilhelmina (1938 - Leerdam 2008), getrouwd met J.W. Cozijn en woonde in Leerdam
Cornelia Van Kleij, (1924 -2007) getrouwd met G. de Bruijn en woonde in Asperen
Hendrikus Gerrit Meijdam (1927 - 1950)
Koenraad Pieter Meijdam (1928 - Veenendaal 2010), trouwde met M.J. de Bruin en woonde in Veldhoven
Geertje (1934 - Ameide 2014), trouwde met Van Keppel en woonde in Gorinchem

Gerrit Meijdam

Over de jeugdjaren van Henk wordt nog onderzoek gedaan.

Het 413 Bataljon Infanterie was gevormd uit  dienstplichtigen van de lichting '48-1. Na aankomst te Batavia werd het bataljon  (minus de 2e cie.) overgebracht naar Indramajoe. De 2e cie. werd in Batavia  ingezet voor wachtdiensten.
Op 24 november werd het bataljon ingedeeld bij eenheden van de 2e Inf.Brig.Groep te Cheribon en Linggadjati voor een aanvullende en praktische training. Nadat de F-Brigade op 15 december de residentie Cheribon had overgenomen van de 2e IBG kreeg het bataljon een eigen  patrouillegebied toegewezen met o.a. posten te Indramajoe, Karangampel, Eretan  Wetan, Djatibarang, Losarang en Kadanghaoer.  
Aan de 2e politionele actie, op 19  december 1948 nam het bataljon niet actief deel. Op 19 april werd de 2e cie.  weer bij het bataljon gevoegd. Echter de 2e cie. werd als zelfstandige cie.  opgeheven en verdeeld over het bataljon. Op 28 april nam de 4e cie., samen met  o.a. het KST, deel aan de actie “Grens”, in het vak van de F-Brigade, grenzend  aan het westelijk deel van het T.T.C Midden Java. Na deze actie volgde nog een  tweede actie, “Grens west” om de naar het  westen uitgeweken TNI uit te  schakelen. Op 31 mei keerde de 4e cie weer terug bij het bataljon.
Begin juli vond er, in verband met de repatriëring van onderdelen van de “7 December Divisie” een hergroepering plaats.  Het bataljon loste bij Poerwakarta 3-1 RI af en kwam onder bevel van de 2e IBG.  In de periode van 9 tot 15 juli werd het bataljon verplaatst en o.a. gelegerd in  Goenoeng Anaga, Goenoeng Hedjo Tjisomangdepok (3e cie.), Soemosor, Goenoeng Poetri (1e cie.), Pondok Salem, Tjikoempaj (ostcie.) en Tjikalog (4e cie.).
Het verblijf in dit gebied was maar van korte duur Reeds op 28 juli werden de 1e  en 4e cie. overgebracht naar het gebied van de 3e IBG en gelegerd te Singaparna,  Tjigodog, Soekaratoe, Tjisajong (1e cie.) en Paroeng, Salopa, Soekaradja (4e  cie.) Op respectievelijk 3 en 18 augustus volgden de Staf + Stafcie. en de Ostcie. Als laatste arriveerde op 5 september de 3e cie. Deze werd gelegerd te Tjondong en Pameungpeuk.  
        
Alhoewel er vanaf 10 augustus een  ‘cease fire’ was overeengekomen met de TNI bleef het gebied onrustig als gevolg  van activiteiten de Daroel Islam. Op 3 november nam het bataljon samen met een  batterij van 3-41 RVA en 3 RS deel aan een actie noordwest van Singaparna om een  concentratie van ± 1000-2000 Daroel Islam strijders uit te schakelen.
Op 30 januari 1950 werd het bataljon gelegerd in en rond Garoet. Gerrit kwam op 14 januari 1950 in deze plaats om het leven tijdens een bunkeropruiming, waarbij vermoedelijk verkeerde lonten waren gebruikt.  Hij werd met militaire eer begraven op de Erebegraafplaats Pandu in Bandung.

In de periode  van 22 tot 30 maart werd het bataljon verplaatst naar Tjimahi en een maand  later, op 25 april, weer verplaatst naar Batoedjadjar.
Op of omstreeks 1 juni werd het  bataljon, in verband met de aanstaande repatriëring, overgebracht naar Tandjong  Priok. Met achterlating van tien strijdmakkers kwam het bataljon op 1 juli 1950 met de Generaal Harry Taylor aan in Amsterdam.     

De ouders van Gerrit woonde na de oorlog op de Leerdamseweg 11 in Asperen.
Terug naar de inhoud