Dhr. W. de Vries - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. W. de Vries

Gemeente Culemborg > Burgerslachtoffers
Achternaam: Vries
Tussenvoegsels: de
Voornamen: Wilhelmus
Voorletters: W.
Beroep: Glasblazer, lid verzet    
Geboorteplaats: Culemborg
Geboortedatum: 03-10-1887
Overlijdensplaats: Bernburg
Overlijdensdatum: 02-07-1942 Gedenkplaats Conc. kamp Neuengamme te Hamburg
Gemeente: Hamburg  
Land: B.R.D.
Gedenkboek: 34     
De ouders van Willem waren arbeider Cornelis de Vries (*1861) en Maria Johanna Louws (*1869) beide uit Culemborg afkomstig. Ze kregen samen negen kinderen op de Buiten Molenstraat C62, waarvan Willem de oudste was. Tot op heden is er niets bekend over de Culemborgse periode van Willem de Vries. Zijn ouders verhuisden in 1905 naar Schiedam. Willem was hier, net als zijn vader, werkzaam als glasblazer.

"Schiedam heeft een aantal glasfabrieken op haar grondgebied gehad. De grote glasfabriek aan de  Buitenhavenweg is daarvan wel de bekendste. Glasblazen was zwaar werk en de  glasblazers hadden vaak dorst.

De glasfabriek van Van  Deventer naast de firma J. de Kuyper & Zn aan de Buitenhavenweg in Schiedam.
(
Foto: Nieuwe Stadsblad)

Het leven in een dergelijke fabriek was vaak verre van aangenaam. Het was er bloedheet, de werkdagen lang en  het werk zwaar. Ook kinderarbeid behoorde ertoe. Het blazen van glas is al heel oud. Reeds omstreeks vijftig voor Christus blies men door een holle buis glas. In de 17e een 18e eeuw was Nederland een van de grote producenten van glas. In  de buurt van de glasoven werkten drie tot vijf mensen die bijvoorbeeld flessen maakten. Een leerling, de aanhanger, vaak een jongen van een jaar of tien, haalde met de blaaspijp een bolletje vloeibaar glas uit de oven en gaf die aan  de glasblazer. De blazer blies in een mal de vorm van de fles. De fles werd daarna uit de vorm gehaald en afgekoeld in een koeloven nadat een mond apart was aangebracht en gemodelleerd.
Glasblazers hadden vaak een slechte reputatie. Aan het begin van de 20e eeuw was Schiedam het centrum van de  glasindustrie. Er waren vier glasblazerijen en er woonden zo’n zestienhonderd glasblazers. De jeneverindustrie in Schiedam had uiteraard veel flessen nodig. De glasblazers waren soms bleke, sjofele lieden die er niet voor terugdeinsden  in staking te gaan. Het werk was fysiek zeer zwaar en de werkdagen en -nachten waren lang. Werkgevers haalden hun glasblazers vanuit de omgeving van Delfshaven  waarbij geen hoge eisen aan hun vaardigheden werden gesteld. Het gevolg was dat  ze hem smeerden als het werk aan de loeiende ovens hen te heet werd.
Een werkgever die  omnibussen stuurde om personeel op te halen, zag zijn goede bedoelingen stranden  omdat de bussen werden gesloopt, de paarden aangevallen en de bestuurders  gemolesteerd. Het waren voornamelijk jongens die zich hieraan schuldig maakten. Ook de volwassen arbeiders van de glasfabrieken waren geen lieverdjes. De lichamelijke inspanningen, het routinematige en het ruwe van het werk, de hitte en het gejaagde leven, maakten dat veel glasblazers prikkelbaar waren. Oud werden ze maar zelden."
(Bron:
Nieuwe Stadsblad van  28 jan 2008)

Hij trouwde op 12 december 1907 met de Schiedamse Leena van Eijk (*1886). Ze kregen 9 kinderen:
  • Maria
  • Klijsina
  • Cornelia
  • Neeltje
  • Marius
  • Wilhelmus
  • Leena
  • Johanna
  • Klijs

Het gezin woonde op het Spinhuispad 2 in Schiedam.
Wilhelmus was in Schiedam actief in het verzet en tevens lid van de communistische partij en dat laatste werd hem tenslotte noodlottig. In juni 1941 werd hij door de SD gearresteerd. Dit hield verband met de uitgebroken oorlog tussen Duitsland en Rusland. In de weken na de aanval op Rusland werden ruim 600 Nederlandse communisten en socialisten opgepakt. Alle leden van de Communistische partij werden als Staatsvijanden gezien en in kamp Schoorl gevangen gezet. Toen dit kamp op 26 oktober 1941 werd opgeheven, werden de meesten overgeplaatst naar kamp Amersfoort. In december 1941 werd Willem per trein overgebracht naar concentratiekamp Neuengamme, nabij Hamburg.
In totaal waren er in Neuengamme en zijn buitencommando’s 106.000 gevangenen uit 28 landen. Het werk bestond, buiten de steenfabriek, vooral uit werkzaamheden voor Walther(pistolen), Borgward (vrachtwagens), Volkswagen, IG Farbe (chemie), Blohm & Vos (scheepswerf), Drager (gasmaskers) en Continental (vrachtwagenbanden).  

Door (experimentele)vergassing is Willem tegelijk met 45 andere Nederlanders, waaronder Culemborger Henk van Lierop, in het 325 km zuidoostelijk gelegen "Landes-Heil- und Pflegeanstalt" in Bernburg om het leven gebracht. In de overlijdensakte in Neuengamme gaf men echter een valse verklaring af. Zowel overlijdensplaats als doodoorzaak (diabetische coma...) waren niet juist.

De officiële overlijdensakte uit 1942

Willem wordt gememoreerd in gedenkboek 34.

Terug naar de inhoud