Gesn. Duitse militairen in omg. Culemborg - Oorlogsslachtoffers Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West-Betuwe
Ga naar de inhoud

Gesn. Duitse militairen in omg. Culemborg

Gemeente Culemborg > Gesn. Duitse militairen
Vijf omgekomen militairen in Duitse dienst te Culemborg of nabije omgeving en in Utrecht begraven:

Karl August Artur Krüger, Organisatie Todt, Erkennungsmarke: A.683. Fl. Horst Kdtr. Juterboch-Waldlager. Erkennungsmarke: OT Einsatz Holland OT Angestelter. Geboren 20-04-1903 te Gross Apenburg, Verbandsgemeinde Beetzendorf-Diesdorf. Hij had minstens acht broers en zusters w.o Hugo, Berta, Fritz en Arno. Zijn ouders zijn rond 1950 overleden. De meeste nazaten wonen nu rond  Kalbe/Milde.
Artur overleed op 11 september 1944 op de weg Culemborg-Utrecht  aan de gevolgen van een hoofdschot bij een vliegtuigbeschieting. Op 14 september 1944 werd hij tijdelijk begraven op De Tolsteeg te Utrecht.









Jakob Ortner, Obergefreiter, 1/Fallsch. Art.Regt 6, Erkennugsmarke nr. 1003 Flakkolonne-I/8-(mot). Erkennungsmarke: FLAK Kolonne 12 / Mannschaftsnummer 607. Geboren 05-11-1920 te Essen en overleden op  07-01-1945 te Culemborg.
De ouders van Jakob Ortner waren het echtpaar Jakob Ortner en Ida Vogler. De familie heette oorspronkelijk Orzechowski,  maar heeft deze naam later in Ortner veranderd. Jacob was niet getrouwd en had de volgende broer en zusters:
- Maria, geb. 6.1.1917, voert sinds 1951 de naam van haar echtgenoot Surdukowski
- Ida, geb. 17.7.1919 in Essen, overl. 28.4.1947
- Anton, geb. 9.11.1922, overl. 22.5.1964
- Anneliese, geb. 28.2.1928, voert sinds 1950 de naam van haar echtgenoot Schade
Jacob is overleden aan de gevolgen van een geweerschot in de rechter gezichtshelft. Op 10 januari 1945 tijdelijk begraven op De Tolsteeg te Utrecht.





Pieter Lodewijk van Iren, SS-Grenadier, 3-SS.Freiw.Gren.Regt-84.
 
Hij is in Den Bosch geboren op 2 september 1904 (en niet in 1905, zoals op het Sijtwende-monument in Voorburg stond).
Pieter was de op één na oudste uit het gezin van 11 kinderen.
 
 
 
Pieter Lodewijk van Iren kwam uit een zeer Duitsgezind gezin:
 
-  Een schoonzus van Pieter Lodewijk, Jacoba Meere, de echtgenote van zijn jongere broer Gerrit Karel die in Voorburg woonde, staat op een lijst van personen die tijdens WO II in vreemde krijgsdienst hebben gediend.
(bron: https://sites.google.com/site/vreemdekrijgsdienst/m )
 
-  Hendrik Martinus van Iren, broer van Pieter Lodewijk, was een “SS-Sturmmann” (vergelijkbaar met korporaal) die aan het Oostfront sneuvelde. Hij werd begraven op het Heldenfriedhof te Karlstadt in Kroatië.
Pieter Lodewijk van Iren is aanbrenger van de overlijdensadvertentie. Als adres (van P.L.) wordt genoemd: Von Geusaustraat 161, Voorburg.

Bron: Persgroep.net

Tijdens de oorlog diende Pieter in het Duitse leger als SS-grenadier bij 3-SS.Freiw.Gren.Regt-84. Hij werd op 15 februari 1945 in gevechten in of rond Culemborg dodelijk getroffen in zijn hoofd.
Op 22 februari 1945 is Pieter tijdelijk begraven op de Tolsteeg te Utrecht en in 1948 werd zijn stoffelijk overschot gebracht naar het Duitse oorlogskerkhof in Ysselsteyn (bij Venray, Lb)
Met dank aan info: J. Engels


Johannes Smeemann, SS-grenadier, 13./ SS.Gren.Regt.83. Erkennungsmarke: 2. Kompanie SS Wacht-Bataillon 3 / Mannschaftsnummer 587. Geboren 13-12-1927 te Rotterdam en overleden op 25 februari 1945 te Culemborg. Op 1 maart 1945 tijdelijk begraven op De Tolsteeg te Utrecht. Zijn vader woonde destijds in Rotterdam.












Karl Stäbler, Matr. Gefreiter, 6./16.S.St..Abt. Erkenungsmarke: Kriegsmarine 44678/44k. Geboren 21-02-1903 te Sielmingen (tegenwoordig Filderstadt-Sielmingen) zoon van boer Wilhelm Stäbler. Karl woonde toen in Huize Sielminger aan de Hauptstrasse 14. Hij trouwde in 1928 met Sofie Veit (1904-1988) en woonde met haar in Sielmingen, Kreis Esslingen. Hij kreeg bij haar twee dochters. Ook Karl was boer van beroep.
Op 10 april 1944 werd hij opgeroepen voor militaire dienst en kwam als matroos bij de Kriegsmarine. Merkwaardig genoeg overleed hij precies een jaar later op 10 april 1945 aan opgelopen verwondingen in het Lazaret in de Ridderstraat te Culemborg. Op 12 april 1945 werd hij tijdelijk begraven op De Tolsteeg te Utrecht.


Dit is een van de vijf oorlogsmonumenten in Sielmingen  waarop de namen staan van in totaal 105 in de Tweede Wereldoorlog omgekomen burgers uit Sielmingen, bovendien ook nog de namen van 52 vermisten. (foto: Nikolaus Back)

Foto's van bovenstaande grafkruisen: www.findagrave.com
Begin 1948 werden de stoffelijke overschotten overgebracht naar het Duitse oorlogskerkhof in Ysselsteyn.

Artur Krüger
Ysselsteyn  CB /10/ 248

Jakob Ortner
Ysselsteyn   BX / 7/ 161

Pieter L. van Iren
Ysselsteyn   BY / 7/ 171

Johannes Smeemann
Ysselsteyn BX / 8 / 181

Karl Stäbler
Ysselsteyn   BX / 9/ 204

Met dank aan Richard Schoutisse voor enkele data
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In Culemborg en omgeving wordt sinds begin 1945 de volgende Nederlandse SS'er vermist:

Foto: Richard Schoutisse

Ludovicus Rotteveel
SS-Mann
Geboren op 07-07-1927 te Rotterdam
Vermist sinds 1945 te Culemborg
SS Freiw. Gren. regt. 83 Niederlanden Nr. 3 (SS Gren. Rgt. 1 "Landstorm Nederland")

Deze militaire formatie werd via een verordening van Rijkscommissaris Seyss-Inquart op 12 maart 1943 opgericht als "Landwacht Nederland", niet te verwarren met de later opgerichte Nederlandse Landwacht. Op 16 oktober 1943 verscheen een verordening waarin werd bepaald dat "Landwacht Nederland" met onmiddellijke ingang de naam "Landstorm Nederland" ging dragen als SS-Grenadier-Regiment. Deze naam droeg het langer dan een jaar en vanaf 1 november 1944 werd het regiment een brigade. De naam werd aangepast naar SS-Freiwilligen-Grenadier-Brigade Landstorm Nederland. Vanaf 10 februari 1945, toen de brigade inmiddels een divisie was, werd de naam aangepast naar 34. SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Landstorm Nederland. Deze naam behield de divisie tot het einde van de oorlog

In maart 1943 beval Rijkscommissaris Seyss-Inquart de oprichting van de Landwacht Nederland. Aanvankelijk was het een zuiver territoriale militaire eenheid, die werd belast met de bewaking van bruggen en spoorwegen. Op 16 oktober 1943 werd de naam van de eenheid veranderd in Landstorm Nederland om de verwarring met de Nederlandse Landwacht te vermijden. De belangstelling voor dienstname was erg groot. Men kreeg werk, onderdak en eten. Ook hoefde men niet vrezen voor gedwongen tewerkstelling (Arbeitseinsatz) of overplaatsing naar het oostfront, want Landstorm Nederland was een territoriale eenheid. In oktober 1943 telde de eenheid 2400 manschappen. Een gedeelte van deze manschappen waren SS'ers die ongeschikt waren geworden voor gevechtsfuncties aan het front.

Februari 1945: Betuwe-front
Op 10 februari 1945 werd de brigade omgevormd tot 34e SS Freiwilligen Grenadier Divisie Landstorm Nederland. De status van divisie was louter theoretisch, want ze had nauwelijks de sterkte van een brigade. De divisie verving het 7e Fallschirmjägerregiment aan het front. Het 83e regiment nam posities in op de Betuwe achter de Maas en de Waal en het 84e regiment was gelegerd ten zuiden van de Veluwe.
Tegenover hen lag de 49e Britse infanteriedivisie en de Prinses Irene Brigade. Dit leidde tot de unieke situatie aan het westelijke front dat landgenoten elkaar bevochten.
Op 24 februari voerde de 34e SS Freiwilligen Grenadier Divisie Landstorm Nederland nabij Zetten een succesvolle aanval uit tegen een Britse stelling van de 49e Divisie. Deze actie werd zelfs vermeld in het Duitse radionieuws.
Naarmate de oorlogssituatie verslechterde lieten de SS'ers zich van hun slechte kant zien. Voornamelijk de leden van het Wachbataljon en de Oekraïners van het SS-Freiwilligen-Grenadier-Regiment 84 hielden zich voornamelijk bezig met het plunderen van de leegstaande huizen. Ook vonden verschillende incidenten plaats waarbij Nederlandse burgers werden neergeschoten. Talloze soldaten deserteerden. De discipline verslechterde tot een absoluut dieptepunt. Op 9 maart werd door Lippert een muiterij ontdekt. De vier schuldigen liet hij terechtstellen.

Bron: Wikipedia

Terug naar de inhoud