Hr. J.T. van den Hurk - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Hr. J.T. van den Hurk

Gemeente Buren > Burgerslachtoffers > Beusichem
Achternaam: Hurk
Tussenvoegsels: van den
Voornamen: Johannes Theodorus
Voorletters: J.T.
Beroep: Pianostemmer
Geboorteplaats: Utrecht
Geboortedatum: 14-01-1907
Overlijdensplaats: Utrecht
Overlijdensdatum:  07-05-1945
Begraafplaats: Algemene begraafplaats in Beusichem
Gemeente: Buren
Provincie: Gelderland
Land: Nederland
Vak: 1
Rij: 146


De ouders van Theo waren de Utrechtse sigarenmaker Peter Johannis van den Hurk (*1880) en Alida Christina van Essen  (*1881) ook uit Utrecht.

De Utrechter Theo van den Hurk had een muziekzaak in Veenendaal en was tevens pianostemmer van beroep. Hij woonde na zijn huwelijk met Geertje van Dijk en zijn dochtertje in een boerderij op het Einde in Beusichem. (zie foto hierboven) Doordat een van zijn broers op een gegeven moment in Kamp Amersfoort belandde en uiteindelijk in Dachau terechtkwam, besloot hij zich aan te sluiten bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Samen met zijn jeugdige zwager Meins van Dijk, die in Beusichem in dezelfde boerderij woonde, waren ze soms als eerste bij een neergestort geallieerd vliegtuig in de omgeving.

Theo op zijn trouwdag met Geertje van Dijk uit Beusichem

Eind april 1945 kwam hij in zijn geboorteplaats Utrecht uiteindelijk bij de groep van Hans Muus van de BS terecht. Ook zijn neef had zich hierbij aangesloten.
Op woensdag 2 mei 1945 werd bekend dat Hitler, de dictator van nazi-Duitsland, overleden was. De Duitsers hingen de vlaggen in Utrecht halfstok. Op dezelfde dag wierpen Amerikaanse bommenwerpers voedselpakketten af boven de wijk Lage Weide, ten westen van Utrecht. Er kwamen ook vrachtwagens met voedsel de stad in gereden, maar nog steeds geen geallieerde soldaten. Deze onduidelijke situatie duurde nog een paar dagen voort. 's Avonds op 4 mei werd op de illegale radio gezegd dat Noorwegen, Denemarken en Nederland waren bevrijd. Veel inwoners van Utrecht gingen de straat op, maar Duitse soldaten joegen hen terug naar binnen en er werd geschoten. De commandant van de Duitse troepen in Nederland erkende de capitulatie niet. Op zaterdag 5 mei reden drie geallieerde motorrijders door de stad, maar zij vertrokken weer.
Op maandag 7 mei trokken dan eindelijk Canadese en Britse troepen vanuit De Bilt Utrecht binnen. In de straten van Utrecht was een juichende menigte verzameld. Burgemeester Ter Pelkwijk, die door de bezetters was afgezet en vervangen door een NSB-burgemeester, keerde terug naar het stadhuis. Hij ontving de commandant van de bevrijdingstroepen op het bordes.
Op dezelfde ochtend van 7 mei 1945 waren een twaalftal leden van de Binnenlandse Strijdkrachten op pad gegaan om Duitse soldaten en NSB-ers te ontwapenen. Bij het Rosarium aan het Wilhelminapark in Oudwijk ontstond een schermutseling tussen deze twaalftal BS'ers en een groep nog niet ontwapende Duitsers. Er viel een schot en bij dit vuurgevecht in de nog  prille vredestijd kwamen tien BS'ers, w.o. Theo om het leven. Hij liet een vrouw en twee kinderen achter. Zijn vrouw beviel enkele maanden na het overlijden van haar man van haar tweede kind.
Theo is op 12 mei 1945 onder grote publieke belangstelling begraven op de Algemene Begraafplaats in Beusichem.


Uit de Culemborgse Courant

"Het is nog altijd onduidelijk hoe dit voorval heeft kunnen gebeuren. Twee dagen na de Duitse capitulatie was de toestand alles behalve veilig. De gewestelijke commandanten van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) hadden de algemene regel opgelegd gekregen om 'als gewapende formatie alleen in het openbaar te verschijnen, als de geallieerde troepen aanwezig zijn.'  Dat kwam doordat het verzet de telefonische verbindingen van de Duitsers onklaar had gemaakt en daardoor niet alle Duitse militairen op de hoogte waren dat de Duitse bevelhebber Blaskowitz bij de overgave had verklaard dat de BS vanaf dat moment de geregelde strijdkracht was.

De armband van Johan van den Hurk

De BS hadden een blauw overall met een oranje armband als uniform. Het zijn verzetstrijders, maar beslist geen geoefende soldaten. Ze hebben niet de training daarvoor gehad en bezitten ook niet de status. Op 7 mei 1945 gingen twaalf mannen in een groep, bewapend met stenguns, o.l.v. Hans Muus voor instructies vanuit hun pand aan de Graaf Adolfstraat 8 op weg naar de Maliebaan 50, het meldpunt van de BS.  Dit riep waarschijnlijk bij de Duitsers het beeld van guerrillastrijders op. Op de Maliebaan, zaten de SS en de SD op de even nummers, het hoofdkwartier met het huis van Mussert op de even nummers: een bolwerk dus van Duitsers en NSB'ers. In deze omgeving zou de groep hun instructies krijgen. Bij het huis van Mussert, de leider van de NSB, stuitten ze op de eerste Duitsers. Op de hoek van de Koningslaan-Nassaulaan duwden deze soldaten een kapotte legertruck in de richting van de Emmalaan.

De BS'ers hielden de wagen staande en sommeerden de Duitsers hun wapens af te geven. Waarschijnlijk is daarbij een stengun van een van de leden van de groep per ongeluk afgegaan. Toen andere Duitsers in het Wilhelminapark zagen dat hun collega's ' met geweld' ontwapend werden, begonnen ze zonder enige waarschuwing op het twaalftal BS'ers te schieten. Henk Muus riep nog tegen hen: "Niet schieten, jullie hebben gecapituleerd!" Maar het vuren werd alleen nog maar heviger.  Paul van de Hurk was het eerste slachtoffer, snel gevolgd door Muus die een buikschot kreeg. Theo kreeg een schot in de hartstreek.
Ook Duitsers uit de Emmalaan en Van Limburg Stirumstraat, kwamen hun collega's assisteren. Het was een ongelijke strijd en al snel waren er nog maar twee BS'ers over: Hans van Ameide en Erych Buchman, van oorsprong een Pool. De aan zijn elleboog gewonde Hans gaf zich na 45 minuten over en werd meteen naar een dokter doorgestuurd en Erych, die gewond was aan zijn voet, werd overgedragen aan het Rode Kruis.
Een ooggetuige verklaarde later: "Wie het eerste schot heeft gelost, weet ik niet. Wel viel het mij op dat de Duitsers nog tegen de gesneuvelden stonden te schelden. Sommige lijken waren zwaar verminkt. Ik had sterk de indruk dat de Duitsers hun wapens erop hadden leeggeschoten."
Een ander: "Plotseling hoorde ik een schot. Ik meende dat het van de BS kwam, waarschijnlijk om hun bevel kracht bij te zetten."

Op de Algemene Begraafplaats Tolsteeg te Utrecht (Ingang aan de Opaalstraat) bevindt zich een monument van de Binnenlandse Strijdkrachten, die de herinnering aan de omgekomen verzetslieden levend houdt. De twaalf gedenkstenen dragen o.a. de namen van:
Cornelis A. de Bode, Utrecht, 6 april 1913- 7 mei 1945- 31 jr.
Petrus J. Wefers Bettink, Utrecht , 13 december 1921- 7 mei 1945 -23 jr.
Pieter A.W. Laseur, Utrecht, 5 maart 1917- 7 mei 1945 -28 jr.
Jan P.M. Muus, Utrecht, 5 april 1919- 8 mei 1945- 26 jr.
Cornelis Odijk, ‘s-Gravenhage, 7 mei 1913- 7 mei 1945 -32 jr.
Paulus Adrianus van den Hurk, Utrecht,  14 oktober 1905- 7 mei 1945 -39 jr.
Johannes T. van den Hurk, Utrecht,  14 januari 1907- 7 mei 1945 -38 jr.
Gerard Hoogewerff, Utrecht,  29 oktober 1918- 7 mei 1945 -26 jr.
Robert H.M. Regout, Utrecht,  5 augustus 1917- 7 mei 1945 -27 jr.

Ook zijn neef Paulus Adrianus van den Hurk, rijwielhersteller en geboren op 14 oktober 1905 te Utrecht, was bij deze noodlottige gebeurtenis betrokken en overleed daarbij op 39-jarige leeftijd. De neven gingen in betere tijden vaak stappen, deden samen veel aan sport en hadden een goede band met elkaar.
Deze slachtoffers vielen toen duizenden Utrechters naar de nabijgelegen Biltstraat trokken om de zojuist binnengetrokken Canadezen van de Polar Bears verkenningsunit toe te juichen.
In de gevel van de Graaf Adolfstraat 10 zijn tot op heden nog steeds de inslagen van de kogels waar te nemen.

De NPS heeft twee radioreportages uitgezonden over dit incident:
Op de late ochtend van 7 mei 1945 trokken de eerste geallieerde militairen via de Biltstraat Utrecht in. Niet ver daar vandaan, bij het Rosarium aan het Wilhelminapark ontstond een schermutseling tussen een twaalftal BS-ers en een groep nog niet ontwapende Duitsers. Er viel een schot. Begin van een tragisch incident in prille vredestijd. Tien BS-ers kwamen om. Met het relaas van koerierster en historica Tineke Spaans - van der Bijl, schrijfster van het boek 'Utrecht in verzet 1940-1945'.
Samenstelling: Jeroen Wielaert.

Het was vrede, maar de oorlog laaide nog één keer op in Utrecht. Het gebeurde op 7 mei 1945, vlak voor de glorieuze intocht van de Canadezen. Bij het Wilhelminapark ontstond een dodelijk schermutseling tussen een twaalftal BS-ers en nog niet ontwapende Duitse militairen. Bij dit tragische incident kwamen tien BS-ers om. Op 7 mei 2006 zond OVT een reconstructie uit, met de veronderstelling dat het eerste schot zou zijn gelost door één van de overlevenden: Hans van Ameijde. Het wekte verdriet en verbazing onder zijn kinderen. Zij kwamen met een historische bandopname waarop hun inmiddels overleden vader gedetailleerd vertelde wat er gebeurd was. (let op is een opname met snurkende hond van Hans van Ameijde op de achtergrond)
Samenstelling: Jeroen Wielaert.

Terug naar de inhoud