Dhr. G.L. van Haaften - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. G.L. van Haaften

Gemeente Culemborg > Burgerslachtoffers
Achternaam :Haaften
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Gerrit Leendert
Voorletters: G.L.
Rang 3e Machinist ss. Hobbema
Mil. onderdeelK.V.
Geboorteplaats: Culemborg
Geboortedatum: 29-08-1910
Overlijdensplaats: Atl. Oceaan
Overlijdensdatum: 03-11-1942
Begraaf-/gedenkplaats: Zeemansgraf
Vak: Koopvaardij
Gedenkboek: 38 
De ouders van Gerrit waren Leendert Marinus van Haaften en Antje van Son. Ze woonden in  de Zalenstraat 6 te Culemborg (zie foto). Leendert was een ontwikkelde man en bovendien een goed houtbewerker/beeldhouwer. Hij was jarenlang raadslid voor de toenmalige SDAP in Culemborg. Zodoende zijn bijnaam: Leen de Kamer.


Gerrit had een oudere broer en een jongere zuster Narda, die enigszins lichamelijk en geestelijk gehandicapt was.
Na de lagere school, volgde Gerrit de zeevaartschool De Ruijter in Vlissingen. Daarna was hij werkzaam bij de koopvaardij.
In januari 1939 trouwde hij met de Culemborgse Wilhelmina van Lier. Gerrit en 'Mien' trouwden eerder dan de bedoeling was. Om een huis te kunnen inrichten moest men in die tijd nog aardig wat sparen. Verkeringen van zes of zeven jaar waren om die reden eerder regel dan uitzondering.

Gerrit wilde met trouwen wachten tot hij een hogere rang had. Hiervoor moest hij eerst weer een half jaar naar de zeevaartschool in Vlissingen, waarvoor hij ook weer moest sparen. Zijn toenmalige kapitein die een naderende oorlog vermoedde, drong er bij hem op aan eerder te trouwen om zo voor zijn verloofde een pensioen te verzekeren mocht het mislopen. Tussen twee reizen door, tijdens een verlof van drie of vier dagen, zijn ze toen getrouwd en dat was meteen hun hele huwelijkstijd. Ze woonden op de Achterstraat 5.
Gerrit moest echter snel weer naar zee en tijdens die reis brak de oorlog uit. Ze hebben elkaar nog wel brieven geschreven, maar elkaar daarna nooit meer gezien.

De Nederlandse koopvaardij had een vaarplicht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op  straffe van een gevangenisstraf moesten zij varen. Zij waren daarmee  gemilitariseerd. De Nederlandse koopvaardij heeft een belangrijke bijdrage  geleverd aan de geallieerde oorlogvoering. Nederlandse zeelieden maakten gemiddeld één torpedering (met verlies van schip) mee. Daarnaast was er altijd  de dreiging daarvan.
Ook voor de koopvaardij begon de oorlog feitelijk al in  september 1939. Voor 10 mei 1940 waren reeds twintig Nederlandse  koopvaardijschepen tot zinken gebracht ten gevolge van ontploffende zeemijnen en  aanvallen van `U-Boote’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zelf heeft de Nederlandse koopvaardij een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan het oorlogsbedrijf van de geallieerden. Dankzij haar inspanningen werd tussen 1940 en 1945 op nagenoeg alle zeeën en bij alle oorlogscampagnes de Nederlandse vlag  gezien. Dat ging wel ten koste van zware verliezen. Meer dan 4.500 koopvaarders  hebben ten gevolge van oorlogshandelingen de dood gevonden en honderden schepen  zijn gezonken. Bekende schepen die verloren gingen waren de 'Statendam', de 'Slamat' en de 'Marnix van Sint Aldegonde'.

Staat van Dienst van Gerrit

Gerrit was derde machinist op het vrachtschip ss. 'Hobbema' (uit 1918) van verlader Van Uden met kapitein A. van Duijn. Dit schip vertrok 23 oktober 1942 met 7000 ton stukgoed en munitie in konvooi S.C. 107 van Newport News (Virginia) naar Belfast Lough. Net na middernacht op 4 november 1942 werd het schip van Gerrit op 300 zeemijl van Cape Farewell op de Atlantische Oceaan getroffen door een torpedo van de  Duitse onderzeeboot 'U 132' en tot zinken gebracht. Hierbij kwamen de kapitein,  24 bemanningsleden, w.o. Gerrit,  en drie Britse gunners om het leven. Door o.a.  de Amerikaanse sleepboten Uncas en Pessacus werden zestien bemanningsleden gered en op 7 november in Reykjavik (IJsland) aan wal gezet. Lees hier het verslag.

Brief Rode Kruis                                                                                             
Han Ockhuijsen, getrouwd met een nicht van Gerrit van Haaften, vertrouwde Van de Velde het volgende toe:
"In een krantenartikel in de Leeuwarder Courant las ik enkele jaren geleden over Willem Horsman, een vergeten zeeheld  uit de Tweede Wereldoorlog. Hij was kapitein van een Shell-tanker die aangevallen werd door twee Japanse hulpkruisers. Het was een enorme prestatie dat zijn bemanning met een enkel kanon een van die Japanse schepen tot zinken bracht. Hun eigen tanker, de Ondina,  was beschadigd, maar kon behouden worden terugbracht. Er is op Ameland een reddingboot naar deze kapitein genoemd en een neef van hem heeft een expositie op het eiland ingericht om hem te eren.
Uit Gerrits brieven, gegevens van zijn conduitestaat en wat zijn vrouw over hem vertelde, wist ik dat Gerrit ook op dit schip had gevaren. Aan de hand van deze gegevens kon het volgende worden afgeleid:
Gerrit voelde zich geen held. Daar had hij ook niet voor gestudeerd. Gewoon machinist zijn vond hij meer dan genoeg. Maar toen de oorlog uitbrak, kwam hij onvrijwillig toch in een gevaarlijke situatie. De Duitse onderzeeërs hadden een voorkeur voor het torpederen van olietankers, omdat die van levensbelang waren voor de Engelse slagkracht. Gerrit wist genoeg van horen zeggen of misschien wel van eigen zien wat er met een bemanning gebeurde als zo’n tanker getroffen werd: de brandende olie zette de zee in lichtelaaie en de drenkelingen verbrandden levend.  
Hij besloot af te monsteren toen de tanker in april 1941 New York aandeed. Dat was tegen de regels, want op straffe van gevangenisstraf was hij verplicht om te blijven varen. Gerrit stapte de wal op en ging niet meer naar zijn schip terug. Het is niet duidelijk waar hij toen onderdak en een inkomen vond. In zijn brieven heeft hij het er wel over dat hij bij geëmigreerde familie op bezoek ging, maar veel meer liet hij niet los.
Hij wist natuurlijk ook wel dat hij in feite gedeserteerd was. In zijn conduitestaat staat dan ook een dikke onderstreepte letter D bij de kolom “conduct”. De Amerikaanse autoriteiten lieten hem kennelijk ongemoeid. Zij waren op dat moment ook nog niet in oorlog. Dat veranderde op 7 december van dat jaar toen Japan de Amerikaanse vloot bij Pearl Harbor vernietigde. De VS werd betrokken bij de Wereldoorlog en dat veranderde hun opstelling. Er werd druk op Gerrit uitgeoefend om naar Engeland terug te keren en daar weer te gaan varen. Als hij dat niet zou doen, zou hij voor de rest van de oorlog geïnterneerd worden in een kamp. Dat vooruitzicht woog waarschijnlijk zwaarder, dan zijn angst om getorpedeerd te worden.
In april 1942 keerde hij terug naar Engeland en kwam tenslotte op het stoomschip ss. Hobbema terecht, die in de nacht van 3 op 4  november 1942 getorpedeerd werd. Het bizarre is dat het gevecht en torpedering van zijn oude schip Ondina precies een week later op 11 november plaatsvond. Welke keus hij ook had gemaakt, zijn schip zou die hoe dan ook die week zijn getorpedeerd. Of hij op zijn oude schip bij de gesneuvelden gehoord zou hebben, is natuurlijk niet te zeggen. De vraag blijft wel of hij zijn lot had kunnen ontlopen. Een klassiek dilemma. Waar Gerrit bang voor was, is op de Ondina niet gebeurd. Toen dit schip werd getorpedeerd, had ze lege olietanks. Ze was op weg naar de Perzische Golf om die te laten vullen. Er brak geen verschrikkelijke brand uit en nadat het schip was getroffen en de kapitein daarbij was gesneuveld, besloot de bemanning zich over te geven en in de reddingboten te gaan. De commandant van de overgebleven Japanse kruiser was zo kwaad, vanwege het zinken van het andere Japanse schip, dat hij de reddingboten van de Ondina liet mitrailleren: een oorlogsmisdaad waarbij vier slachtoffers vielen.
Het Japanse schip voer hierna snel weg in de overtuiging dat de tanker spoedig zou ondergaan. Maar dat gebeurde niet, omdat de tanker meerdere gescheiden olietanks had die niet allemaal vernield waren. Ze bleef dus drijven, waarop de bemanning besloot weer aan boord te gaan. Ze blusten de kleine branden en de machinekamer bleek nog intact te zijn. In zes dagen voeren ze terug naar Australië.

Na de oorlog kreeg de kapitein postuum de Militaire Willemsorde."

Koningin Wilhelmina stak de weduwe van Gerrit na de oorlog nog een hart onder de riem:

Brief van Koningin Wilhelmina
Op 4 november 1953 onthulde men in Vlissingen op de zeevaartschool De Ruijter een monument voor 174  in de Tweede Wereldoorlog omgekomen oud-leerlingen van deze zeevaartschool. Gerrit staat ook op deze plaquette vermeld.

Klik hier voor de aflevering van de NPS over de koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog
Bron: Han Ockhuijsen
Terug naar de inhoud