Dhr. H.G. van Geen uit Waardenburg - Oorlogsslachtoffers uit Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Dhr. H.G. van Geen uit Waardenburg

Gemeente West Betuwe > Buiten de slachtofferslijst > Waardenburg
Achternaam: Geen
Tussenvoegsels: van
Voornamen: Hendrik Gerard
Voorletters: H G
Titel: Jonkheer
Beroep:
Geboorteplaats: Waardenburg
Geboortedatum: 15-06-1921
Overlijdensplaats: Varsseveld
Overlijdensdatum: 02-03-1945
Begraafplaats: Oude Gem. Begraafplaats
Gemeente: Putten
Nummer: 2

Bron foto: de46vanhetrademakersbroek.nl
De ouders van Hendrik waren de burgemeester van Waardenburg Jkr. Mathieu Lambert van Geen (*1883) en Constantia Jacoba Van Holthe Tot Echten (1893-1986). Zij kregen samen de volgende kinderen:
  • Elisabeth Jacqueline Maria
  • Alexander James (1920-2011), overl. 28 nov in Amersfoort  
  • Hendrik Gerard (1921-1945)
  • Mathieu  Constant "Mat" (1926-2016), overleden 4 april te Nijmegen.    
  • Maria Constantia Johanna "Cock(je), (1922-1993)  Gehuwd met Van Lijnden
  • Liline Alexandra "Peet, Tuut" (1931 - 2009), gehuwd met Van Marwijk

Zijn vader, jonkheer Matthieu Lambert van Geen, was een telg uit een geslacht dat teruggaat tot in de 17e  eeuw in het Belgische Gent. Voorvader Josephus Jacobus baron van Geen  (1775-1846) had een glanzende carrière als militair en werd uiteindelijk generaal tit. Hij werd in 1831 in de Nederlandse adel verheven met de  titel van baron bij eerstgeboorte, terwijl de overige nakomelingen het  predicaat jonkheer/jonkvrouwe kregen. Zijn moeder, jonkvrouwe Constantia  Jacoba van Holthe van Echten, stamde uit een Veluws geslacht van  bestuurders, dat teruggaat tot in 1404. Door het huwelijk met de erfdochter uit het geslacht Van Echten werd deze naam toegevoegd. In 1816 werd een voorvader benoemd in de Ridderschap van Drenthe en  sindsdien maakt de familie deel uit van de Nederlandse adel met het predicaat van jonkheer.
Hij was de jongste in het gezin met twee oudere zusjes en broertjes en groeide het eerste jaar op in Waardenburg, waarvan zijn vader burgemeester was, tot het gezin in 1927 na de benoeming van zijn vader tot burgemeester van Putten hierheen verhuisde. Hier werd vijf jaar later nog een zusje geboren. Het gezin woonde in Putten op huize Bijstijn. Zijn jeugdjaren werden overschaduwd door de oorlog: zijn vader werd in 1941 ontslagen door de bezettende macht en werd gevangen genomen. Na in het concentratiekamp Neuengamme te hebben gezeten, volgde een dodenmars van Hamburg naar Gardelegen. Onderweg ontsnapte hij met enkele lotgenoten en ontliep zo een vreselijke dood, want de anderen  gevangenen werden in een schuur opgesloten, die daarna in brand werd  gestoken.
De Amerikaanse commandant die dit bij de bevrijding hoorde, beval de verwoesting van de stad, maar burgemeester Van Geen overtuigde hem dit niet te doen: “Alleen Duitse officieren branden als vergelding steden en dorpen af en vermoorden hun tegenstanders. Zo doen Nederlandse en Amerikaanse officieren niet.” Hiermee verwees hij naar de dramatische gebeurtenissen die in Putten in oktober 1944 als vergelding hadden plaatsgevonden. In Gardelegen herinnert als dank tot op de dag van vandaag een foto met zijn naam in de kerk aan hem.
Zijn vader keerde verzwakt terug uit Duitsland en werd in zijn ambt hersteld. Vanwege zijn gezondheidstoestand werd het burgemeestersambt eerst voor hem waargenomen. In 1948 trad hij terug na 21 jaar burgemeester van Putten te zijn geweest.
Bron: www.adelinnedeland.nl

De familie Van Geen bood hulp aan piloten en onderduikers. Op de jongste dochter na verrichten de kinderen Van Geen koeriersdiensten en later in de oorlog waren ze betrokken bij droppings en het onderbrengen en vervoeren van piloten, wapens, munitie en zenders. Ook hielpen ze bij de sabotage van spoorlijnen. De kinderen Van Geen noemden zichzelf de Stootgroep. Henri zat bij de R.V.V. en zijn verzet was gemotiveerd door “vaderlandsliefde en haat tegen de onderdrukker,” aldus zijn vader na de oorlog. In 1944 waren er in Putten een communistische verzetsgroep en één rond Arend Dunnewind, zoon van de stationschef, waar Van Geen bijhoorde. Ze voerden opdrachten uit voor Berend Dijkman, alias Piet van de Veluwe. In de zomer van 1944 kreeg Henri de leiding. In september nam de ondergedoken politieman Ab Witvoet het roer over. Op zaterdagavond 30 september pleegde deze groep, zonder Van Geen, een mislukte overval op een auto met twee hoge Duitse Wehrmacht-officieren en twee korporaals, waarbij een verzetsman en een korporaal omkwamen. Deze actie leidde de volgende dag tot de Razzia van Putten. Op zondag 1 oktober werd een groot deel van de bevolking gegijzeld. Op maandag werden zo’n 660 mannen tussen de 17 en 50 jaar afgevoerd naar kamp Amersfoort en het grootste deel ging op transport naar Neuengamme. Ruim 550 mannen kwamen daar om het leven. In het dorp zelf staken de Duitsers meer dan honderd huizen in brand.

Henk van Geen
Bron foto: de46vanhetrademakersbroek

Henk werd op 9 november 1944 samen met zijn vriend Wiete Rengers Hora Siccama, die verloofd is met zijn zus Cocky, door de SD gearresteerd, omdat ze zich niet hebben gemeld voor de Arbeitseinsatz. Ze kwamen samen in kamp Amersfoort terecht. Toen bleek dat een verzetsstrijder bij een verhoor was doorgeslagen en aangaf dat er op Huize Bijstijn in Putten piloten ondergedoken hadden gezeten. Daaop werden  de twee vrienden op 31 januari 1945 voor verhoor getransporteerd naar de Willem III-kazerne in Apeldoorn. Onderweg hier naartoe probeerden de jongens uit de auto te ontsnappen. Er ontstond een gevecht met de SD’ers die hen bewaakten, waarbij Wiete zwaar gewond raakte en de volgende dag overleed.  Henk van Geen stond na een zwaar verhoor in gevangenis De Kruisberg in Doetichem op 24 februari te boek als als "Todeskandidat".

In de nacht van 26 februari werden door verzetsgroep De Bark uit De Heurne, bij Dinxperlo, aan de Aaltenseweg een aanslag gepleegd op een auto met daarin vier Duitse militairen, die allen omkwamen. Als represaille werden op 2 maart 1945 rond 8 uur ‘s ochtends 46 ‘Todeskandidaten’, tussen de 18 en 65 jaar oud, uit de gevangenis De Kruisberg in Doetinchem naar een akker gebracht aan het Rademakersbroek bij Varsseveld, in de Achterhoek.
Uit een gesloten vrachtwagen werden de gevangenen geboeid met de handen op de rug, het tarweveld achter de boerderij opgedreven en in drie rijen opgesteld, schuin achter elkaar, met hun rug naar de boerderij. Een Duitse militair las het doodsvonnis, dat een Nederlander vervolgens vertaalde. Een paar mannen vroegen tevergeefs of ze nog een afscheidsbrief mochten schrijven. Toen klonken de karabijnen van het executiepeloton. Met het eerste salvo werd het eerste deel van de groep in de rug geschoten en viel voorover. Met het tweede salvo de andere helft. Hier en daar gaven een Duitse en een Nederlandse SS’er waar nodig een genadeschot. Enkele uren later werden de "46 van het Rademakersbroek" op boerenwagens naar een massagraf op het kerkhof Rentinkkamp in Varsseveld gebracht.
Bron: https://de46vanhetrademakersbroek.nl/
    
Henk staat in Varsseveld ook vermeld op het verzetsmonument.


Voor nog meer informatie over Jhr. Hendrik Gerard van Geen klik hier.

En ook in Nijkerk op het monument 1940-1945, dat  is opgericht ter nagedachtenis aan alle medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen.
 
Terug naar de inhoud