Crash Geldermalsen 1945 - Oorlogsslachtoffers Betuwe-West

Oorlogsslachtoffers uit gemeenten Buren, Culemborg en West Betuwe
Oorlogsslachtoffers West- Betuwe
Ga naar de inhoud

Crash Geldermalsen 1945

Gemeente West Betuwe > Gesn. Geallieerde militairen > Gesn. Engelsen en Nieuw-Zeelanders
Naam: HARDMAN, FRANK
Rang: Flight Lieutenant- Pilot
Service No: 414285
Geboortedatum: 13 oktober 1918
Geboorteplaats: Epsom, nabij Auckland
Overlijdingsdatum: 02/02/1945
Regiment/Service: Royal New Zealand Air Force 74 (R.A.F.) Sqdn
Grafgegevens: Plot 1. Rij A. Graf 2.
Begraafplaats: NH-kerkhof in Wadenoijen

Frank werd geboren op 13 oktober 1918 in Epsom, nabij Auckland op het Noordereiland in Nieuw-Zeeland. Zijn ouders waren Ernest en Mary Alice Hardman uit Epsom. Voordat Frank de dienst inging was hij kleermaker voor de Dominion Clothing Company.
Frank trouwde begin 1942 met Marjorie L.  en woonde met haar op de 43 Florence Avenue in Palmerston North, Manawatu-Wanganui, Nieuw-Zeeland.
Frank behoorde tot het 74 Squadron, 145 Wing, 84e groep met hun motto Fear no Man.
Hij was een zeer ervaren piloot met meer dan 862 vlieguren en nam deel aan 55 operaties.
Met vijf andere Spitfires LF.IX, code 4D-P, van zijn squadron ging hij op 2 februari 1945 vanuit het Belgische vliegveld B70 in Deurne op pad om het Duits hoofdkwartier, ten westen van Zaltbommel te bombarderen. Hij werd bij het station van Geldermalsen door Duits afweergeschut beschoten en stortte neer nabij Wadenoyen.
Flying officer John Bennet herinnerde zich nog het volgende: "Frank vloog naast me toen we ineens nabij Geldermalsen door Duitse luchtafweer (Flak) werden beschoten. Zijn toestel werd al snel geraakt en viel als een blad naar beneden. We schreeuwden door de radio om eruit te springen, maar ineens zagen we hem niet meer."

(Bron foto: Departed Warriors  van Jenny Murland)

74e Squadron Badge
Een tijger gezicht goedgekeurd door ZKH Koning George VI in februari 1937. Ontwikkeld op   basis van een niet-officiël embleem dat werd gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Squadron Codes:
JH (februari 1939 - sep 1939) ZP (sep 1939 - april 1942) 4D (april 1944   - mei 1951
  
Actief:
7.1.1917-07.03.1919
3 september 1935-31 augustus 1971
19 oktober 1984-01 oktober 1992
5 oktober 1992-22 september 2000
Bijnaam: Trinidad
Spitfire neergeschoten

"Het was een heldere winterdag op vrijdag 2 februari 1945," zo vertelde mij Manus de Weerd van de Lingedijk (toen Hogedijk) in Wadenoijen. Hij was de  koeienstal aan het uitmesten bij Streef op het Groot-Westerhout. Deze boerderij is gelegen aan de Tielerweg onder Geldermalsen aan de Linge. Men hoorde opeens schoten van het 88 mm. Duitse afweergeschut dat was opgesteld aan de andere kant van de Linge onder Erichem, aan de Erichemsekade ter hoogte van de boerderij Lingestein. Deze werd toen bewoond door de familie van Steenis. "Wij renden naar buiten om te kijken wat er aan de hand was en zagen een Engels Spitfire jachtvliegtuig overkomen met een brandende staart. De jager vloog richting Wadenoijen. "Wij er achteraan," vervolgde Manus, "en we zagen hem neerkomen vlak bij de watermolen aan de Lingedijk (dat heette toen 'de Velate') op ongeveer 1000 meter ten oosten van het Westerhout en 200 meter van het huis waar ik toen met mijn ouders woonde (nu woont daar de familie van Straver).
Ook Klaas Pippel, de molenaar, die in de molen woonde, zag het toestel aankomen. Hij stak snel de Lingedijk over naar het huis van mijn vader en riep dat deze het huis zo snel mogelijk moest verlaten, omdat hij bang was dat het vliegtuig daarop zou storten. In korte tijd waren de Duitsers ook bij het neergestorte toestel en zetten de Lingedijk in Wadenoijen en Geldermalsen af. En hielden het publiek dat snel toestroomde op een afstand."
George Kars, de zoon van Johan Kars de timmerman weet zich nog het volgende te herinneren: "Rudy van Ooijen (Rudy was met zijn ouders bij Krijn van Keulen geëvacueerd) en ik zagen een Engelse jager met een brandende staart vanuit Geldermalsen aankomen. Hij stortte in de Velate, nabij de watermolen, neer. Wij op een fiets zonder luchtbanden er naartoe. Voor we daar aankwamen waren de Duitse soldaten er ook al.
Op een zeker ogenblik werden de Duitsers en wij ook door twee aanvliegende Engelse jagers onder vuur genomen. We zochten dekking achter de waterkade in een sloot. Ik kan mij nog herinneren, toen wij daar lagen, dat op een afstand van een paar meter naast ons de kogels zich in de grond boorden. Er werd niemand geraakt, maar het was wel een van de gevaarlijkste momenten voor mij uit de Tweede Wereldoorlog. Later werden er hekken om het wrak geplaatst, om te voorkomen dat mensen uit Wadenoijen en Geldermalsen er bloemen brachten, maar volgens Manus hielp dit niet, want er werden toch bloemen in het hekwerk gestoken, dit tot ongenoegen van de Duitsers.
Het Bommengat (Bron: Stef van Gelderen)

Stef van Gelderen: “M
ijn vader Klaas vertelde mij meer dan 30 jaar geleden tijdens het vissen in de Linge dat er begin februari 1945 een geallieerd vliegtuig boven Geldermalsen was aangeschoten en dat de piloot waarschijnlijk niet uit zijn brandende vliegtuig sprong, omdat hij waarschijnlijk bang was dat de lading bommen veel slachtoffers in het centrum van Geldermalsen zou maken. Net voor hij crashte, loste hij de meeste van zijn bommen. De eerste viel op een schuurtje, waaruit een hondje brandend wegliep richting de Tielerweg. De andere bommen ontploften op de oever en in de Linge en die plek kreeg daardoor later de bijnaam Bommengat. Voor mijn vader was die piloot een held, want hij heeft Geldermalsen gered van een ramp!”

Noot redactie: De laatste opmerking is een aanname van de heer Van Gelderen. De beweegredenen van deze piloot om zijn bommen te laten vallen buiten de bebouwde kom van Geldermalsen zijn niet meer te achterhalen.

De piloot van het toestel was de 26-jarige Flight Luitenant Frank Hardman, registratienummer 414285. Hij diende bij het 74e Squadron van de RAF.  Hij was op 13 oktober 1918 geboren in Auckland, Nieuw Zeeland.
Manus vervolgde: "De volgende dag werd mijn vader door de Duitsers erbij geroepen. Hij moest een arm begraven met daar omheen een legerblauw stuk mouw van een trui. Verder is er niets van hem teruggevonden. In het najaar van 1945 is hij opnieuw begraven op het kerkhof in Wadenoyen." Hierover vertelt Manus: "Hent Westrienen, de toenmalige begrafenisondernemer en Johan Kars, de timmerman (deze maakte toen de grafkisten), kwamen met de fiets (auto's waren er toen niet  meer), met daar achterop een klein kistje, om de arm op te graven en deze te herbegraven op het kerkhof. Mijn vader werd erbij gehaald om de plaats aan te wijzen, waarna ze lopend naar het kerkhof zijn gegaan om het te begraven. Ongeveer anderhalf jaar later heeft een bergingsbedrijf uit Brabant geprobeerd het toestel te bergen, maar vanwege het vele water en de drassigheid van de grond was dat niet mogelijk."

De heren G. Kars en M. de Weerd achter een bewaard gebleven band van de Spitfire die in 1945 bij de watermolen was neergestort.

De oorspronkelijke graven van verongelukte vliegeniers in Wadenoyen. Rechts het eerste graf van Frank Hardman, links het graf van de bemanning waarvan het vliegtuig was neergestort in Het Broek.

Vrij naar: De drie steden 2005 - jaargang 26 - nummer 2. Auteur: Jan van de Kop
Terug naar de inhoud