Mevr. S. Kimmel-Leijenaar
Gemeente West Betuwe > Burgerslachtoffers > Spijk
Achternaam: Kimmel-Leijenaar
Voornamen: Sjouwke
Voornamen: Sjouwke
Voorletters: S
Beroep:
Geboorteplaats: Heukelum
Geboortedatum: 18-04-1879
Overlijdensplaats: Soekaboemi
Overlijdensdatum: 31-03-1950
Beroep:
Geboorteplaats: Heukelum
Geboortedatum: 18-04-1879
Overlijdensplaats: Soekaboemi
Overlijdensdatum: 31-03-1950
Begraafplaats: Buiten de erevelden
Gemeente:
Provincie:
Land: Indonesië
Vak:
Rij:
Provincie:
Land: Indonesië
Vak:
Rij:
Nummer:
Sjouwke Kimmel-Leijenaar is geboren op 18 april 1879 te Heukelum en overleden op 31 maart 1950 te Soekaboemi.
Haar ouders waren Age Leijenaar (1853- Jutphaas 1938) en Willemina Straver (1854-1909). Ze kregen samen de volgende kinderen
- Sjouwke Kimmel (geboren Leijenaar),
- Cornelis Antonie,
- Jacomina Dingena Plante (geboren Leijenaar),
- Nicolaas Bastiaan Arie,
- Bastiaantje Age,
- Bastiaan Age,
- Bastiaantje,
- Dingena Lijdia Ten Dam (geboren Leijenaar),
- IJke,
- Gijsbertus Jan,
- Age,
- Geertje Haseleger (geboren Leijenaar)
Na het overlijden van Willemina in 1909 trouwde Age nog met Johanna Maria Zuithof (*1860) en Betje Goverdina Buizert (*1872)
"Nu ga ik de levenswandel van mijn overgrootvader Age Leijenaar beschrijven. In de familie Leijenaar is zijn reputatie niet al te best. Ik schrijf op wat ik weet. Het is gebeurd in lang vervlogen tijden en elk verhaal heeft twee kanten, maar ik wil een poging wagen. Het oordeel is aan de lezer. Zijn naam schrijf ik voor de laatste keer volgens de Friese traditie met de toevoeging Ykes. Misschien heeft hij het nog gebruikt, maar daarna niemand meer.
Het veldwachteren zat de familie blijkbaar in het bloed. Net als zijn vader Yke en twee ooms werd Age ook veldwachter. Hij werkte het in de omgeving van Gorkum. Daar heeft hij zijn toekomstige vrouw Willemina Straver ontmoet. Ze was de dochter van een scheepsbouwer. Ze raakte in verwachting, maar haar ouders wilden niet dat ze met hem trouwde en stelden hun dochter voor als ongehuwde moeder thuis te blijven. Het kind, een dochter, is geboren op 18 april 1879 te Heukelum en werd vernoemd naar de moeder van Age: Sjoukje, roepnaam Sjouwke. Dat heeft Willemina waarschijnlijk gedaan om aan te geven wie de vader was. Pas op 6 september 1879 zijn ze toch getrouwd. Meteen daarna zijn ze naar Rotterdam vertrokken en later naar het dorpje Zuidland op Voorne-Putten. Daar zijn vier kinderen geboren, als laatste mijn opa met de naam Bastiaantje. Ik heb nooit anders geweten dat hij Bastiaan Age heette (hijzelf waarschijnlijk ook). Hij had een broer, Willemina Stravertje, Bastiaantje Age, dat vlak voor zijn geboorte overleden is. Misschien heeft zijn moeder uit verdriet hem die namen gegeven. Ik heb er geen andere verklaring voor. Op 26 december 1889 wordt er een dochter in Gorkum geboren en is Age Leijenaar van beroep veranderd: hij is beroepsmilitair. Hij had de functie van oppasser. Hij hield de verblijven van enkele officieren schoon, deed hun was en onderhield hun wapens maar moest vooral discreet zijn. De verhouding met zijn schoonfamilie moet verbeterd zijn omdat het gezin weer vlak in de buurt ging wonen.
Gorkum ligt op een strategisch punt. De rivieren de Maas en de Waal komen hier samen en vormen een grote rivier de Merwede die richting Rotterdam stroomt. Er was daar een groot fort de deel uitmaakte van de Hollandse Waterlinie. Dat was een militaire verdedigingslinie die zich uitstrekt van de voormalige Zuiderzee bij Muiden tot aan de Biesbosch. De Linie lag als een beschermende krans van forten rondom de steden van Holland. Het verdedigingswapen van de Hollandse Waterlinie was het water. Dat was te danken aan een ingenieus waterhuishoudkundig systeem van sluizen, inundatiekanalen en bestaande waterwegen en -keringen. Een klein laagje water, gemiddeld maar 40 cm diep, was al genoeg om het land verraderlijk en moeilijk begaanbaar te maken voor mensen, voertuigen of paarden, vooral in een tijd dat er nog geen vliegtuigen waren. Tegelijkertijd was het te ondiep om per boot te bevaren. Totaal kon de Waterlinie binnen een kleine drie weken onder water worden gezet. Dit noemt men innundatie. Op zwakke punten werd de natuurlijke verdedigingslinie aangevuld met onder meer forten, kazematten en (groeps)schuilplaatsen. Daarnaast bestond de Linie uit vijf vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Jutphaas, Gorkum en Woudrichem.
Fort Vuren, zoals het er nu uitziet, aan de Merwede bij Gorkum, waar Age Leijenaar jarenlang als beroepsmilitair gediend heeft (5) Age (Ykes) Leijenaar Veldwachter, later beroepsmilitair, geboren te Sneek op 9 januari 1853, overleden te Utrecht op 18 februari 1938, getrouwd op 6 september 1879 met Willemina Straver, geboren te Emmikhoven op 15 juni 1854 om 9 uur s avonds, overleden te Jutfaas op 31 december 1909, dochter van Nicolaas Straver, scheepsbouwer en Dingena de Vette. Hij hertrouwt op 4 augustus 1910 met Johanna Maria Zuithoff, geboren te Utrecht in 1860, overleden te Jutphaas op 5 augustus 1925, dochter van Gerhardus Sebastiaan Zuithoff en Wilhelmina Elisabeth de Nigteren. Hij hertrouwt op 17 maart 1926 met Betje Goverdina Buizert, geboren op 23 april 1872, overleden te Zeist op 12 september 1939, dochter van Cornelis Buizert en Merrigje Brugman. Ze gaf op 24 augustus 1901 te Meerkerk als ongehuwde moeder het leven aan een zoon: Diederik Buizert, overleden op 13 oktober Op 13 juni 1911 trouwt zij te Meerkerk met Sietze Oosterbaan (45), geboren te Gorredijk, overleden op 28 juni 1917 te Lexmond, zoon van Harm Lodewijk Oosterbaan en Tjiske Gerbens Blauw (wat had ze een tragisch leven). Kinderen (allen uit het eerste huwelijk): Sjoukje (Sjouwke) Geboren te Heukelum op 18 april 1879, overleden op 31 maart 1950 te Soekaboemi (Nederlands Indië), ze trouwt op 8 augustus 1902 met Johan Jacobus Kimmel, geboren te Middelburg rond 1877, overleden te Arnhem op 3 november 1960, zoon van Marinus Jacobus Kimmel, timmerman en Catharina Geertruida Tromp. Ze vertrekken op 2 juni 1904 naar Nederlands Indië. Later meer over hen.
Johan Jacobus Kimmel rond 1898 in zijn veldwachtersuniform De oudste zuster van mijn opa, Sjoukje (Sjouwke), werd rond oktober 1999 zwanger en beviel op 7 juni 1900 van een dochter die ze Catharina Geertruida Wilhelmina noemde. Dat was geen toeval: de moeder van de vader heette Catharina Geertruida en haar moeder Wilhelmina (Willemina). Met de vader werd Johan Jacobus Kimmel bedoeld, veldwachter te Gorkum. Dat kan ook geen toeval zijn geweest: vermoedelijk waren Age Leijenaar en Johan Kimmel collega s of ex-collega s, maar ik denk dat ze elkaar hebben gekend. Johan Kimmel werd net als zijn a.s. schoonvader beroepsmilitair, ik denk op zijn advies. Hij doorliep een ongelooflijk snelle carrière. Op 9 maart 1900 werd hij van korporaal bevorderd tot sergeant van de vestingartillerie. Op 18 mei 1902 werd hij sergeant vuurmaker in de 6e compagnie.
Op 27 juli 1902 is hij in ondertrouw gegaan met toestemming van zijn compagniescommandant. Defensie deed in die tijd nogal moeilijk op dat gebied en dat kan verklaren dat het zo lang duurde totdat hij zijn dochtertje erkende. Op 21 april 1904 wordt hij bevorderd tot sergeant-majoor vuurmaker bij de artillerie en overgeplaatst naar Nederlands Indië. Voorwaar een opmerkelijke loopbaan! Ik kan mij als oud-dienstplichtig militair niet aan de indruk onttrekken dat hij bij defensie een beschermheer moet hebben gehad. Maar wie ben ik? Op 8 augustus 1902 (dus meer dan twee jaar na de geboorte) vond te Gorkum het huwelijk plaats en erkende hij het vaderschap van zijn dochter. In ieder geval vertrekt het jonge gezin Kimmel op 2 juni 1904 naar Nederlands Indië. De eerste tijd hebben ze in Soerabaja gewoond, want daar werd in 1902 hun tweede kind geboren: Arie. Vermoedelijk was zijn doopnaam Age, maar waarschijnlijk had ook Sjoukje onplezierige herinneringen aan haar vader. Op 14 juni 1905 werd een zoon Marinus geboren die in datzelfde jaar overleed. Ze hadden nog een dochter Wilhelmina ( ) en een zoon Marinus ( ). Uiteindelijk (vermoedelijk na de pensionering van Johan Kimmel, tropenjaren telden dubbel) is het gezin naar Bandoeng verhuisd.
Op 30 april 1909 werd prinses Juliana in het paleis Noordeinde te Den Haag geboren. Ook in Nederlands Indië was het feest. Sergeant-majoor Kimmel had de eer de commandant van de vele saluutschoten te mogen zijn. In Bandoeng moet Toosje Kimmel Hendricus Hermanus Hofstee hebben ontmoet en is met hem getrouwd. Die was daar jarenlang beroemd chef-kok en pâtissier van Maison Kuyl en Versteeg. Huize Schuttevaer te Soekaboemi werd in 1880 gesticht door J.C. Schuttevaer. Soekaboemi is een kleine stad op Java vlakbij Bandoeng. Het ligt hoog in de bergen en heeft daardoor een mild klimaat. Het kan er in de nachten zelfs koud zijn. Het restaurant serveerde dan ook Hollandse kost zoals boerenkool, sperziebonen etc. Zelfs nieuwe haring was in het seizoen te krijgen. Het was bij de Indische Nederlanders daarom erg populair. Op 1 maart 1921 verkocht hij de zaak aan Hendricus Hermanus Hofstee. Behalve het Nederlandse eten leverde huize Schuttevaer fameus marsepein en banketgebak, maar ook kwaliteitssigaren en -sigaretten. Het was een trekpleister tot in de verre omgeving. Catharina Kimmel-Leijenaar en Hendricus Hermanus Hofstee kregen een dochter Catharina Sjoukje (Toosje) geboren op 28 maart 1922 te Soekaboemi en een zoon Johan Gerardus geboren 24 augustus 1924 overleden te Santpoort op 4 november.
In 1942 werd Nederlands Indië door de Japanners veroverd en kwam de families Hofstee en Kimmel in de beruchte Jappenkampen terecht. Als door een wonder hebben de beide families de kampen overleefd. H.H. Hofstee is op 6 januari 1958 te Hilversum overleden en Toosje Catharina Kimmel-Leijenaar en haar man Hendricus Hermanus Hofstee rond 1923 met hun dochter Toosje. Rechtsboven het reclamebord Huize Schuttevaer Kimmel op 30 juni 1984 te Bennekom. Van het fameuze restaurant was na de oorlog niet veel meer over: de Japanners hadden het leeggeplunderd en uitgewoond. Er is nog geprobeerd het restaurant weer op te starten, maar een groot succes is het niet meer geworden. Sjoukje Kimmel- Leijenaar werd ernstig ziek: ze had kanker. Ze heeft de laatste dagen van haar leven bij haar dochter in Soekaboemi doorgebracht en is daar op 31 maart 1950 overleden.
Na de oorlog brak de Indonesische onafhankelijksoorlog uit. Nederland kon niet accepteren dat de eeuwenoude kolonie zelfstandig zou worden. Er werden veel troepen gestuurd en er werd een koloniale oorlog gevoerd onder de naam Politionele acties. Het bracht Nederland aan de rand van de financiële afgrond. In 1949 tekende koningin Juliana onder grote internationale druk de soevereiniteitsoverdracht en daarmee was Indonesië een onafhankelijk land geworden. In de familie gaat het verhaal dat H.H. Hofstee het restaurant had overgedaan aan een Chinese bedrijfsleider die jarenlang nog trouw geld heeft overgemaakt. Johan Jacobus Kimmel woonde in de buurt van Arnhem in een voor die tijd exclusief pension voor mensen uit het voormalige Nederlands Indië. Ik ben daar samen met mijn moeder en oma zo rond 1959 op bezoek geweest en op die dag ben ik voor de eerste keer in een restaurant geweest. De biefstuk was heerlijk! Hij is op 3 november 1961 te Arnhem overleden.
Op 27 juli 1902 is hij in ondertrouw gegaan met toestemming van zijn compagniescommandant. Defensie deed in die tijd nogal moeilijk op dat gebied en dat kan verklaren dat het zo lang duurde totdat hij zijn dochtertje erkende. Op 21 april 1904 wordt hij bevorderd tot sergeant-majoor vuurmaker bij de artillerie en overgeplaatst naar Nederlands Indië. Voorwaar een opmerkelijke loopbaan! Ik kan mij als oud-dienstplichtig militair niet aan de indruk onttrekken dat hij bij defensie een beschermheer moet hebben gehad. Maar wie ben ik? Op 8 augustus 1902 (dus meer dan twee jaar na de geboorte) vond te Gorkum het huwelijk plaats en erkende hij het vaderschap van zijn dochter. In ieder geval vertrekt het jonge gezin Kimmel op 2 juni 1904 naar Nederlands Indië. De eerste tijd hebben ze in Soerabaja gewoond, want daar werd in 1902 hun tweede kind geboren: Arie. Vermoedelijk was zijn doopnaam Age, maar waarschijnlijk had ook Sjoukje onplezierige herinneringen aan haar vader. Op 14 juni 1905 werd een zoon Marinus geboren die in datzelfde jaar overleed. Ze hadden nog een dochter Wilhelmina ( ) en een zoon Marinus ( ). Uiteindelijk (vermoedelijk na de pensionering van Johan Kimmel, tropenjaren telden dubbel) is het gezin naar Bandoeng verhuisd.
Op 30 april 1909 werd prinses Juliana in het paleis Noordeinde te Den Haag geboren. Ook in Nederlands Indië was het feest. Sergeant-majoor Kimmel had de eer de commandant van de vele saluutschoten te mogen zijn. In Bandoeng moet Toosje Kimmel Hendricus Hermanus Hofstee hebben ontmoet en is met hem getrouwd. Die was daar jarenlang beroemd chef-kok en pâtissier van Maison Kuyl en Versteeg. Huize Schuttevaer te Soekaboemi werd in 1880 gesticht door J.C. Schuttevaer. Soekaboemi is een kleine stad op Java vlakbij Bandoeng. Het ligt hoog in de bergen en heeft daardoor een mild klimaat. Het kan er in de nachten zelfs koud zijn. Het restaurant serveerde dan ook Hollandse kost zoals boerenkool, sperziebonen etc. Zelfs nieuwe haring was in het seizoen te krijgen. Het was bij de Indische Nederlanders daarom erg populair. Op 1 maart 1921 verkocht hij de zaak aan Hendricus Hermanus Hofstee. Behalve het Nederlandse eten leverde huize Schuttevaer fameus marsepein en banketgebak, maar ook kwaliteitssigaren en -sigaretten. Het was een trekpleister tot in de verre omgeving. Catharina Kimmel-Leijenaar en Hendricus Hermanus Hofstee kregen een dochter Catharina Sjoukje (Toosje) geboren op 28 maart 1922 te Soekaboemi en een zoon Johan Gerardus geboren 24 augustus 1924 overleden te Santpoort op 4 november.
In 1942 werd Nederlands Indië door de Japanners veroverd en kwam de families Hofstee en Kimmel in de beruchte Jappenkampen terecht. Als door een wonder hebben de beide families de kampen overleefd. H.H. Hofstee is op 6 januari 1958 te Hilversum overleden en Toosje Catharina Kimmel-Leijenaar en haar man Hendricus Hermanus Hofstee rond 1923 met hun dochter Toosje. Rechtsboven het reclamebord Huize Schuttevaer Kimmel op 30 juni 1984 te Bennekom. Van het fameuze restaurant was na de oorlog niet veel meer over: de Japanners hadden het leeggeplunderd en uitgewoond. Er is nog geprobeerd het restaurant weer op te starten, maar een groot succes is het niet meer geworden. Sjoukje Kimmel- Leijenaar werd ernstig ziek: ze had kanker. Ze heeft de laatste dagen van haar leven bij haar dochter in Soekaboemi doorgebracht en is daar op 31 maart 1950 overleden.
Na de oorlog brak de Indonesische onafhankelijksoorlog uit. Nederland kon niet accepteren dat de eeuwenoude kolonie zelfstandig zou worden. Er werden veel troepen gestuurd en er werd een koloniale oorlog gevoerd onder de naam Politionele acties. Het bracht Nederland aan de rand van de financiële afgrond. In 1949 tekende koningin Juliana onder grote internationale druk de soevereiniteitsoverdracht en daarmee was Indonesië een onafhankelijk land geworden. In de familie gaat het verhaal dat H.H. Hofstee het restaurant had overgedaan aan een Chinese bedrijfsleider die jarenlang nog trouw geld heeft overgemaakt. Johan Jacobus Kimmel woonde in de buurt van Arnhem in een voor die tijd exclusief pension voor mensen uit het voormalige Nederlands Indië. Ik ben daar samen met mijn moeder en oma zo rond 1959 op bezoek geweest en op die dag ben ik voor de eerste keer in een restaurant geweest. De biefstuk was heerlijk! Hij is op 3 november 1961 te Arnhem overleden.
Zijn dochter Toosje heeft nog in Ede gewoond op de seniorenflat Weerdestein in Ede waar mijn oma Clasina Leijenaar-Veerman ook woonde. Mijn moeder en mijn oma bezochten haar daar regelmatig. Ik ben daar een paar keer geweest en het interieur ademde het oude Nederlands Indië uit. In die tijd (rond 1975) wist ik nog niet veel van mijn familiegeschiedenis: dat kwam pas later. Had ik toen maar vragen gesteld, dan had ik nu veel meer geweten. Toch ben ik dank verschuldigd aan familieleden en anderen via het internet die mij over deze Indische familietak zover hebben gebracht."